Met de vondst van het grote terracottaleger in de enorme graftombe van de eerste keizer Qin (221-206 BC) is bekend dat bakstenen gebruikt werden voor het bouwen van graftomben. In de Han tijd ontstond het gebruik om deze bakstenen te beschilderen met alledaagse taferelen zoals de jacht op wild, vissen, brood bakken, zijde telen e.d. en zo als schilderijtjes te gebruiken in de tomben. Bakstenen werden vervolgens ook met loodglazuur versierd en niet lang daarna ging men geglazuurde tegels gebruiken als meer bestendig materiaal voor de dakbedekking voor de keizerlijke paleizen en tempels. De kleuren van het glazuur waren overwegend groen en geel, maar ook komt turkooise en aubergine voor.<BR> Geel was bestemd voor de keizerlijke gebouwen. <BR> De onderrand van een dak bestond uit deze halve gelobde ronde vormen,meestal met een draak of een phoenix versiert.