Spatelvormig met scherpe ronde snede. Naar het boveneinde toe smaller wordend. Hier bevinden zich, aan het einde en 37 cm. van het einde, 2 schijfvormige verbredingen in het vlak van het voorwerp. In deze schijven een ingesneden versiering, bij de bovenste aan beide kanten gelijk, bij het onderste aan weerszijden verschillend. Aan één zijde is van beide schijven een stuk afgebroken. Deze voorwerpen worden gebruikt om sagobomen los te wrikken en de bast los te stoten. Voorwerp verzameld door J.J. Spijker, Resident van Zuid Nieuw Guinea in Februari- Maart 1954. Als nadere herkomstopgave een kaartje met "Primapan", (niet op kaarten te vinden).