Schild uit het Centraal-Asmatgebied

In de Asmat cultuur symboliseerde houtsnijwerk de communicatie tussen levenden en doden en tussen de mens en de geestenwereld. In principe was ieder persoon een houtbewerker, maar alleen meesters (wowipitsj, “houtbewerker man”, genoemd) maakten speciale objecten als schilden en beelden. Ceremonies waren erop gespitst om de geesten van de doden tevreden te stellen. Het houtsnijwerk voor deze gelegenheden werd vaak versierd met afbeeldingen van voorouders en symbolen van het koppensnellen. Schilden hadden vooral de praktische functie van het beschermen tijdens het gevecht. Niet alleen het hout beschermde de krijger, maar ook de symbolen waarmee het schild versierd was. Het hebben van een schild was vele malen belangrijker dan het hebben van een speer. Elk schild werd vernoemd naar een overleden voorouder. De kracht van deze voorouder werd via het schild toegevoegd aan de kracht van de krijger, waardoor deze sterker werd in het gevecht. Behalve dat schilden de vijand konden verjagen, werden ze ook gebruikt in het dagelijkse leven om kwade geesten mee te verjagen.<BR> <BR> Het schild is uit één stuk hout gemaakt. Voor vorm en ornamentatie zie bijgevoegde foto. Het schild heeft een kogelvorm. Aan de achterzijde van het schild bevindt zich over de lengte een opstaande ribbe waarin een handvat is uitgespaard. Deze zijde is ongekleurd. <BR> <BR> De motieven in het voorvlak zijn in reliëf uitgevoerd en rood-bruin van kleur. Het fond is wit. De opstaande ribben, het bovenste en onderste gedeelte van het voorvlak zijn zwart gemaakt. Aan beide lange zijden bevinden zich kwasten van vezelstof.<BR> <BR> Aan één van de overlangse zijden is een stuk afgebroken geweest. Hier is een nieuw stuk hout ingepast en met rotankrammetjes aan het schild vastgemaakt. De opstekende buitenwand is hier vervangen door een dunne, houten stok, die op dezelfde manier is bevestigd. Verder vertoont het schild nog twee gaten, één is met kleefstof gedicht, in het andere steekt een houten pennetje (afgebroken pijl- of speerpunt?).<BR>

Schild uit het Centraal-Asmatgebied

In de Asmat cultuur symboliseerde houtsnijwerk de communicatie tussen levenden en doden en tussen de mens en de geestenwereld. In principe was ieder persoon een houtbewerker, maar alleen meesters (wowipitsj, “houtbewerker man”, genoemd) maakten speciale objecten als schilden en beelden. Ceremonies waren erop gespitst om de geesten van de doden tevreden te stellen. Het houtsnijwerk voor deze gelegenheden werd vaak versierd met afbeeldingen van voorouders en symbolen van het koppensnellen. Schilden hadden vooral de praktische functie van het beschermen tijdens het gevecht. Niet alleen het hout beschermde de krijger, maar ook de symbolen waarmee het schild versierd was. Het hebben van een schild was vele malen belangrijker dan het hebben van een speer. Elk schild werd vernoemd naar een overleden voorouder. De kracht van deze voorouder werd via het schild toegevoegd aan de kracht van de krijger, waardoor deze sterker werd in het gevecht. Behalve dat schilden de vijand konden verjagen, werden ze ook gebruikt in het dagelijkse leven om kwade geesten mee te verjagen.<BR> <BR> Het schild is uit één stuk hout gemaakt. Voor vorm en ornamentatie zie bijgevoegde foto. Het schild heeft een kogelvorm. Aan de achterzijde van het schild bevindt zich over de lengte een opstaande ribbe waarin een handvat is uitgespaard. Deze zijde is ongekleurd. <BR> <BR> De motieven in het voorvlak zijn in reliëf uitgevoerd en rood-bruin van kleur. Het fond is wit. De opstaande ribben, het bovenste en onderste gedeelte van het voorvlak zijn zwart gemaakt. Aan beide lange zijden bevinden zich kwasten van vezelstof.<BR> <BR> Aan één van de overlangse zijden is een stuk afgebroken geweest. Hier is een nieuw stuk hout ingepast en met rotankrammetjes aan het schild vastgemaakt. De opstekende buitenwand is hier vervangen door een dunne, houten stok, die op dezelfde manier is bevestigd. Verder vertoont het schild nog twee gaten, één is met kleefstof gedicht, in het andere steekt een houten pennetje (afgebroken pijl- of speerpunt?).<BR>