De Asmat bewegen hun boomstamkano’s voort met behulp van houten peddels met een lengte van 2,5 – 3 meter. Het schepblad en de schacht zijn meestal van motieven voorzien. Het bovenste gedeelte van de schacht is soms versierd met een mensenfiguur of gestileerde koppensnellers-symbolen. Ter versiering worden sagovezelkwasten of verenbundels aan de schacht vastgebonden.<BR> <BR> BESCHRIJVING<BR> Met aan het boveneinde van de stok 3 mensenhoofdjes boven elkaar (de derde aan het eind van de stok). De stokgedeelten tussen de hoofdjes voorzien van open snijwerk. Blad aan beide zijden versierd met snijwerk. De ingegrifte versieringen aan de steel heten:<BR> okososwao( varkenstanden). Het open snijwerk heet: fotsjap wao= kuskusstaart. De bovenste twee mensenkoppen stellen mannen voor; de onderste een vrouw.<BR> Voorwerp d.d. 13-8-1952 door J. Pouwer gekocht van de eigenaar te Kaokonao.<BR> Door Kooijman te Merauke verkregen in maart 1953.<BR> Aan een zijkant een spaander afgebroken en weer aangelijmd(1953).