Pop, ledepop (meisje) van hout en papiermaché, met kalk bestre- ken en geverfd. De ledenmaten door linnen met elkaar verbonden, gedeeltelijk opgevuld met houtwol. Draaiende kop met haar (meisjescoiffure) en roodcrêpe zijden strikje. Het lichaam met papier omwikkeld. Scharlakenrode onderkimono met fraise-kleurig bovenstuk van katoen en aangenaaide kraag van rode crêpezijde. Aan de onderkant gewatteerde overkimono (ogenschijnlijk dubbele kimono, maar aan vóór- en onderkant zijn banen aangenaaid, zodat de kimono alleen daar dubbel is) van dubbele katoen (scharlaken- rood en rose gevoerd, buitenzijde bedrukt met patroon van vlinders en momiji in roodoranje, oker, bruin op blauw fond). Mouwen rose gevoerd.<BR> Rose zijden obi, van achteren op meisjes manier gestrikt met rood- crêpe zijden obihouder.