Een prinses ontvangt een boodschap

Waarschijnlijk een geidealiseerd portret van de 'Balauria' koningin van Goverdhan Chand van Guler.<BR> In het oude India brachten vrouwen van stand hun leven grotendeels door in speciaal voor hen gereserveerde ruimten. Daartoe behoorden ook tuinen en parken. Als het warm was verbleven ze op een koele plek in de schaduw. In deze schildering heeft de prinses de koelte van de waterkant opgezocht om rustig in de schaduw van een baldakijn de tijd door te brengen. Af en toe trekt ze aan haar waterpijp. Dienaressen maken zacht muziek. De lome atmosfeer op het terras wordt verbroken door de hofdignitaris, die de prinses een boodschap toefluistert. Hij buigt zich dicht naar haar over. Hieruit valt te concluderen dat het een vertrouwelijke mededeling is. De vingers die naar zijn mond wijzen betekenen dat hij zelf verbaasd is. Drie andere miniaturen, de een in het Musée Guimet in Parijs, de andere in Hyderabad, India, en de derde in de Bharat Kala Bhavan in Benares, India, hebben een min of meer gelijksoortig thema als onderwerp. Een mooie jonge vrouw, of in het derde geval een jonge man, die op een terras bij het waterzit, omgeven door enkele dienaressen, van wie er een of twee muziek maken. Ook is er steeds een (misschien wel dezelfde) grijsharige hofdignitaris aanwezig. Het is denkbaar dat de driemaal uitgebeelde prinses de echtgenote van Govardhan Chand, afkomstig uit de naburige staat Basoli, voorstelt. In ieder geval vertegenwoordigt zij het vrouwelijke schoonheidsideaal uit deze periode. De vier hier genoemde miniaturen vertonen zoveel gelijkenis, niet alleen in het onderwerp, maar ook in de uitvoering, dat ze door dezelfde schilder gemaakt moeten zijn. Hoewel er wel enkele namen van schilders aan het hof van Govardhan Chand bekend zijn, kon helaas tot nu toe geen enkele miniatuur met zekerheid aan een van hen toegeschreven worden. In dit geval kan dat ook niet. Wel kan met zekerheid gesteld worden dat hij een van de kunstenaars was, die omstreeks 1750 opmerkelijke vernieuwingen in de schilderkunst van dit gebied introduceerde, en dat hij behoorde tot de schildersfamilie van Pandit Seu, waarvan verschillende leden hun stempel hebben gedrukt op de schilderstijlen aan hoven in het Punjab berggebied. <BR> <BR> Engelse tekst:<BR> In earlier times in India, upper-class women spent most of their life in quarters reserved especially for them. These included gardens and parks. When it was hot, the women retired to a cool spot in the shade. In this painting the princess has chosen a cool place beside the water to pass the time quietly in the shade of a canopy with her water-pipe next to her, her servants playing soft music. the languorous atmosphere on the terrace is disturbed by a court dignitary, who whispers a message to her, bowing close. This indicates that the message is confidential. The fingers pointing to his mouth indicate that he himself is surprised. Three other miniatures, one in the Musee Guimet in Paris, another in Hyderabad, India, and the third in the Bharat Kala Bhavan in Benares, India, deal with more or less the same theme. A beautiful young woman, and in the third case a young man are seen, sitting on a terrace near the water, surrounded by a few servants, one or two playing music. Moreover, a - perhaps even the same grey-haired court dignitary is always present. It is conceivable that the princess in all three paintings is the spouse of Govardhan Chand, from the neighbouring state of Basoli. At any rate, she represents the ideal of feminine beauty in this period. The four miniatures mentioned above show so much resemblance, both in theme and in workmanship, that they must have been done by the same painter. Although a number of names of painters at the court of Govardhan Chand have come down to us, none of the miniatures can be ascribed with certainty to any of them. In this case it is also impossible. Certainly, he must have been one of the artists who introduced remarkable innovations in the art of painting in this region around 1750, and have belonged to the family of painters of Pandit Seu, various members of which put their stamp upon the schools of painting at courts in the Punjab Hills.

Een prinses ontvangt een boodschap

Waarschijnlijk een geidealiseerd portret van de 'Balauria' koningin van Goverdhan Chand van Guler.<BR> In het oude India brachten vrouwen van stand hun leven grotendeels door in speciaal voor hen gereserveerde ruimten. Daartoe behoorden ook tuinen en parken. Als het warm was verbleven ze op een koele plek in de schaduw. In deze schildering heeft de prinses de koelte van de waterkant opgezocht om rustig in de schaduw van een baldakijn de tijd door te brengen. Af en toe trekt ze aan haar waterpijp. Dienaressen maken zacht muziek. De lome atmosfeer op het terras wordt verbroken door de hofdignitaris, die de prinses een boodschap toefluistert. Hij buigt zich dicht naar haar over. Hieruit valt te concluderen dat het een vertrouwelijke mededeling is. De vingers die naar zijn mond wijzen betekenen dat hij zelf verbaasd is. Drie andere miniaturen, de een in het Musée Guimet in Parijs, de andere in Hyderabad, India, en de derde in de Bharat Kala Bhavan in Benares, India, hebben een min of meer gelijksoortig thema als onderwerp. Een mooie jonge vrouw, of in het derde geval een jonge man, die op een terras bij het waterzit, omgeven door enkele dienaressen, van wie er een of twee muziek maken. Ook is er steeds een (misschien wel dezelfde) grijsharige hofdignitaris aanwezig. Het is denkbaar dat de driemaal uitgebeelde prinses de echtgenote van Govardhan Chand, afkomstig uit de naburige staat Basoli, voorstelt. In ieder geval vertegenwoordigt zij het vrouwelijke schoonheidsideaal uit deze periode. De vier hier genoemde miniaturen vertonen zoveel gelijkenis, niet alleen in het onderwerp, maar ook in de uitvoering, dat ze door dezelfde schilder gemaakt moeten zijn. Hoewel er wel enkele namen van schilders aan het hof van Govardhan Chand bekend zijn, kon helaas tot nu toe geen enkele miniatuur met zekerheid aan een van hen toegeschreven worden. In dit geval kan dat ook niet. Wel kan met zekerheid gesteld worden dat hij een van de kunstenaars was, die omstreeks 1750 opmerkelijke vernieuwingen in de schilderkunst van dit gebied introduceerde, en dat hij behoorde tot de schildersfamilie van Pandit Seu, waarvan verschillende leden hun stempel hebben gedrukt op de schilderstijlen aan hoven in het Punjab berggebied. <BR> <BR> Engelse tekst:<BR> In earlier times in India, upper-class women spent most of their life in quarters reserved especially for them. These included gardens and parks. When it was hot, the women retired to a cool spot in the shade. In this painting the princess has chosen a cool place beside the water to pass the time quietly in the shade of a canopy with her water-pipe next to her, her servants playing soft music. the languorous atmosphere on the terrace is disturbed by a court dignitary, who whispers a message to her, bowing close. This indicates that the message is confidential. The fingers pointing to his mouth indicate that he himself is surprised. Three other miniatures, one in the Musee Guimet in Paris, another in Hyderabad, India, and the third in the Bharat Kala Bhavan in Benares, India, deal with more or less the same theme. A beautiful young woman, and in the third case a young man are seen, sitting on a terrace near the water, surrounded by a few servants, one or two playing music. Moreover, a - perhaps even the same grey-haired court dignitary is always present. It is conceivable that the princess in all three paintings is the spouse of Govardhan Chand, from the neighbouring state of Basoli. At any rate, she represents the ideal of feminine beauty in this period. The four miniatures mentioned above show so much resemblance, both in theme and in workmanship, that they must have been done by the same painter. Although a number of names of painters at the court of Govardhan Chand have come down to us, none of the miniatures can be ascribed with certainty to any of them. In this case it is also impossible. Certainly, he must have been one of the artists who introduced remarkable innovations in the art of painting in this region around 1750, and have belonged to the family of painters of Pandit Seu, various members of which put their stamp upon the schools of painting at courts in the Punjab Hills.