Een Nayika die op haar geliefde wacht

14. De nachtwake<BR> <BR> In overeenstemming met de definitie van een 'Prositapatika Nayika' van de Indiase dichtkunst over de liefde, wacht de heldin hier met diep verlangen op de terugkeer van haar geliefde. De afgesproken tijd is verstreken, en hij is nog niet teruggekeerd. De ongelukkige dame zit in het gezelschap van haar dienstmeisjes, maar in een houding van verdriet en verlangen, zichzelf omarmend om haar hartzeer te verzachten. De deur van het huis is nu dicht, omdat de afgesproken tijd gekomen en verstreken is. De donkere wolken, de bliksemschichten en de vliegende kraanvogels kondigen het regenseizoen aan, de tijd waarin reizigers van verre terug zouden moeten keren. De papiha-vogel is in zijn eentje is neergestreken op dak van de poort en kijkt intens naar de donkere en regenachtige nacht: dit benadrukt het verlangen en ongerustheid van de heldin. Het flikkerende licht van de vuurvliegjes in het donkere woud, weerspiegelt echter het aanhoudende vuurtje van hoop.<BR> De schildering lijkt een redelijk goede vertolking van verse 137 van Bhartrhari's klassieke werk te zijn:<BR> <BR> " Flitsende bliksemschichten,<BR> Voorbijdrijvende geuren van tropische pijnbomen, <BR> Onweer klinkt uit opeenstapelende wolken,<BR> Pauwen krijsen in amoureuze tonen - <BR> Hoe zullen meisjes met lange wimpers <BR> Deze emotievolle dagen doorbrengen<BR> in de afwezigheid van hun geliefde ". <BR> <BR> Dat deze hartverscheurende wake uiteindelijk zal eindigen in een gelukkige hereniging wordt gesuggereerd door de aanwezigheid van vele pauwenpaartjes, de vogel die met de zon en het licht worden geassocieerd, en die hier in het donkere woud om het huis afgebeeld zijn.<BR>

Een Nayika die op haar geliefde wacht

14. De nachtwake<BR> <BR> In overeenstemming met de definitie van een 'Prositapatika Nayika' van de Indiase dichtkunst over de liefde, wacht de heldin hier met diep verlangen op de terugkeer van haar geliefde. De afgesproken tijd is verstreken, en hij is nog niet teruggekeerd. De ongelukkige dame zit in het gezelschap van haar dienstmeisjes, maar in een houding van verdriet en verlangen, zichzelf omarmend om haar hartzeer te verzachten. De deur van het huis is nu dicht, omdat de afgesproken tijd gekomen en verstreken is. De donkere wolken, de bliksemschichten en de vliegende kraanvogels kondigen het regenseizoen aan, de tijd waarin reizigers van verre terug zouden moeten keren. De papiha-vogel is in zijn eentje is neergestreken op dak van de poort en kijkt intens naar de donkere en regenachtige nacht: dit benadrukt het verlangen en ongerustheid van de heldin. Het flikkerende licht van de vuurvliegjes in het donkere woud, weerspiegelt echter het aanhoudende vuurtje van hoop.<BR> De schildering lijkt een redelijk goede vertolking van verse 137 van Bhartrhari's klassieke werk te zijn:<BR> <BR> " Flitsende bliksemschichten,<BR> Voorbijdrijvende geuren van tropische pijnbomen, <BR> Onweer klinkt uit opeenstapelende wolken,<BR> Pauwen krijsen in amoureuze tonen - <BR> Hoe zullen meisjes met lange wimpers <BR> Deze emotievolle dagen doorbrengen<BR> in de afwezigheid van hun geliefde ". <BR> <BR> Dat deze hartverscheurende wake uiteindelijk zal eindigen in een gelukkige hereniging wordt gesuggereerd door de aanwezigheid van vele pauwenpaartjes, de vogel die met de zon en het licht worden geassocieerd, en die hier in het donkere woud om het huis afgebeeld zijn.<BR>