Liefdes-lotgevallen van Krishna en Radha : de boze minnares

6. Onenigheid en verzoening<BR> <BR> Radha, Krishna's favoriete herderinnetje, heeft een lange nacht vergeefs op hem gewacht. Pas in de ochtend kwam hij om zijn verontschuldigen aan te bieden. Tegen die tijd was Radha's teleurstelling omgeslagen in bittere woede, en ze weigerde standvastig om zich met hem te verzoenen. Pas aan het einde van de dag zakt haar boosheid enigszins. De voorstelling zou een vers uit de Gita Govinda kunnen illustreren: <BR> <BR> " Toen de nacht viel, liep hij op Radha af <BR> Vond de kracht van haar woede al wat verzacht,<BR> Haar gezicht zwak van haar eindeloos gezucht, <BR> In de schemering staarde ze beschaamd in het gezicht van haar vriend <BR> Terwijl Hari (=Krishna) zijn hemelse woorden stamelde."<BR> <BR> De donkere lucht op de tekening kondigt de invallende schemering aan, die nog donkerder is geworden door de opeenstapelende wolken en stromende regen die maken dat de witte kraanvogels zich naar huis spoeden. Krishna, te herkennen aan zijn kenmerkende blauwe huidkleur, felgele kleding en met pauwenveren versierde kroon, heeft zijn minnares opnieuw benaderd. Hij houdt een slinger van witte jasmijn op terwijl hij nederig pleit voor verzoening en hernieuwde gunsten. Radha, die zwakjes op het kussen leunt tussen verkleurde bladeren als relikwieën van haar tevergeefs wachten de nacht ervoor, houdt haar hoofd nog steeds in aanhoudende koppige boosheid gebogen. Een vertrouwelinge (sakhi) staat bij haar, wijzend op de donker wordende lucht en dringt erop aan dat ze toegeeft aan liefde en verzoening, omdat:<BR> <BR> " Sterke golven van liefde kloppen in jou <BR> wat erop wijst dat je Hari's omhelzing voelt<BR> Vraag je ronde borsten of ze dragen<BR> Verleidelijke parels of druppels van puur water !<BR> Madhu's kweller (= Krishna)<BR> Is je trouw, jij dwaas<BR> Volg hem, Radhika (=Radha) ! " (Gita Govinda).<BR> <BR> Krishna heeft zich kennelijk voorbereid op een nacht hartstochtelijk samenzijn in het gebouw op de voorgrond van de tekening. De deur hiervan staat veelbetekenend open, en een bed bestrooid met bloemen is opgemaakt in een kamer boven. De locatie is hier echter een luxueus huis en niet het idyllische Brindabanbos zoals beschreven in de Gita Govinda.<BR> Het thema van de "beledigde heldin" is ook een favoriet onderwerp, die in de Indiase dicht- en schilderkunst van de Punjab bergstaten terug blijft komen als onderdeel van het eeuwige liefdesspel dat de wereld draaiende houdt.<BR> <BR> Hoewel de stijl van schilderen zich houdt aan de richtlijnen van de 18e eeuw, doen de stijl van de figuren en details van de sieraden denken aan de trend van een veel latere periode. <BR>

Liefdes-lotgevallen van Krishna en Radha : de boze minnares

6. Onenigheid en verzoening<BR> <BR> Radha, Krishna's favoriete herderinnetje, heeft een lange nacht vergeefs op hem gewacht. Pas in de ochtend kwam hij om zijn verontschuldigen aan te bieden. Tegen die tijd was Radha's teleurstelling omgeslagen in bittere woede, en ze weigerde standvastig om zich met hem te verzoenen. Pas aan het einde van de dag zakt haar boosheid enigszins. De voorstelling zou een vers uit de Gita Govinda kunnen illustreren: <BR> <BR> " Toen de nacht viel, liep hij op Radha af <BR> Vond de kracht van haar woede al wat verzacht,<BR> Haar gezicht zwak van haar eindeloos gezucht, <BR> In de schemering staarde ze beschaamd in het gezicht van haar vriend <BR> Terwijl Hari (=Krishna) zijn hemelse woorden stamelde."<BR> <BR> De donkere lucht op de tekening kondigt de invallende schemering aan, die nog donkerder is geworden door de opeenstapelende wolken en stromende regen die maken dat de witte kraanvogels zich naar huis spoeden. Krishna, te herkennen aan zijn kenmerkende blauwe huidkleur, felgele kleding en met pauwenveren versierde kroon, heeft zijn minnares opnieuw benaderd. Hij houdt een slinger van witte jasmijn op terwijl hij nederig pleit voor verzoening en hernieuwde gunsten. Radha, die zwakjes op het kussen leunt tussen verkleurde bladeren als relikwieën van haar tevergeefs wachten de nacht ervoor, houdt haar hoofd nog steeds in aanhoudende koppige boosheid gebogen. Een vertrouwelinge (sakhi) staat bij haar, wijzend op de donker wordende lucht en dringt erop aan dat ze toegeeft aan liefde en verzoening, omdat:<BR> <BR> " Sterke golven van liefde kloppen in jou <BR> wat erop wijst dat je Hari's omhelzing voelt<BR> Vraag je ronde borsten of ze dragen<BR> Verleidelijke parels of druppels van puur water !<BR> Madhu's kweller (= Krishna)<BR> Is je trouw, jij dwaas<BR> Volg hem, Radhika (=Radha) ! " (Gita Govinda).<BR> <BR> Krishna heeft zich kennelijk voorbereid op een nacht hartstochtelijk samenzijn in het gebouw op de voorgrond van de tekening. De deur hiervan staat veelbetekenend open, en een bed bestrooid met bloemen is opgemaakt in een kamer boven. De locatie is hier echter een luxueus huis en niet het idyllische Brindabanbos zoals beschreven in de Gita Govinda.<BR> Het thema van de "beledigde heldin" is ook een favoriet onderwerp, die in de Indiase dicht- en schilderkunst van de Punjab bergstaten terug blijft komen als onderdeel van het eeuwige liefdesspel dat de wereld draaiende houdt.<BR> <BR> Hoewel de stijl van schilderen zich houdt aan de richtlijnen van de 18e eeuw, doen de stijl van de figuren en details van de sieraden denken aan de trend van een veel latere periode. <BR>