Wajang golek pop: Semar

Wajangpop in de vorm van een man, behorend tot het type van bedienden en volgelingen. Deze pop in mogelijk Semar. Semar behoort tot het clownstype en het bedienden- en volgelingentype. Deze typen komen in alle verhalen voor. Zij zijn de dienaren van de held aan de goede kant en zijn de enige figuren met een vrije tekst. Zij mogen commentaar leveren op het dagelijks leven, mild commentaar op de politiek en grappen maken over bijna ieder onderwerp. Deze typen komen niet voor in de oorspronkelijk Indiase verhalen, maar zijn een Javaanse toevoeging. Semar wordt beschouwd als de personificatie van de pre-hindoe god Ismaya. In verscheidene verhalen wordt het duidelijk dat hij ouder, en soms machtiger, is dan de hindoe goden. Semar staat met de goden op vriendschappelijke voet en komt geregeld in de hemel. Gareng, Petruk en Cepot worden soms als zijn zoons, soms als zijn jongere metgezellen beschouwd. Semar is getrouwd met Dewi Sutiragen en met Dewi Kanastren. Hij is de oudere broer van Siwa. Semar heeft een groot aantal kinderen. Hij is wijs als de goden, hij moraliseert veel en kan in gelijkenissen spreken. Hij ziet er altijd slordig uit, maar is zeer geliefd. Het gelaat is wit, de rest van het bovenlichaam is zwart. De maanvormige ogen zijn gesloten, de neus is klein en de mond is breed. Een vergulde tand steek uit de vooruitstekende onderkaak. Om de mond zijn diep gegroefde, zwarte lijnen te zien. De figuur heeft een clowneske uitdrukking. Op het hoofd bevindt zich een pluk haar. De figuur draagt een rood katoenen gordel (sabuk) met roze bloemen. De rok (beded) is in een patroon gedrukt van bruin, geel en zwart door middel van de batik-techniek.<BR>

Wajang golek pop: Semar

Wajangpop in de vorm van een man, behorend tot het type van bedienden en volgelingen. Deze pop in mogelijk Semar. Semar behoort tot het clownstype en het bedienden- en volgelingentype. Deze typen komen in alle verhalen voor. Zij zijn de dienaren van de held aan de goede kant en zijn de enige figuren met een vrije tekst. Zij mogen commentaar leveren op het dagelijks leven, mild commentaar op de politiek en grappen maken over bijna ieder onderwerp. Deze typen komen niet voor in de oorspronkelijk Indiase verhalen, maar zijn een Javaanse toevoeging. Semar wordt beschouwd als de personificatie van de pre-hindoe god Ismaya. In verscheidene verhalen wordt het duidelijk dat hij ouder, en soms machtiger, is dan de hindoe goden. Semar staat met de goden op vriendschappelijke voet en komt geregeld in de hemel. Gareng, Petruk en Cepot worden soms als zijn zoons, soms als zijn jongere metgezellen beschouwd. Semar is getrouwd met Dewi Sutiragen en met Dewi Kanastren. Hij is de oudere broer van Siwa. Semar heeft een groot aantal kinderen. Hij is wijs als de goden, hij moraliseert veel en kan in gelijkenissen spreken. Hij ziet er altijd slordig uit, maar is zeer geliefd. Het gelaat is wit, de rest van het bovenlichaam is zwart. De maanvormige ogen zijn gesloten, de neus is klein en de mond is breed. Een vergulde tand steek uit de vooruitstekende onderkaak. Om de mond zijn diep gegroefde, zwarte lijnen te zien. De figuur heeft een clowneske uitdrukking. Op het hoofd bevindt zich een pluk haar. De figuur draagt een rood katoenen gordel (sabuk) met roze bloemen. De rok (beded) is in een patroon gedrukt van bruin, geel en zwart door middel van de batik-techniek.<BR>