Weefplank die waarschijnlijk werd gebruikt bij het horizontale weefgetouw.<BR> De Pueblo- Indianen weefden met twee verschillende weefgetouwen; het horizontale weefgetouw dat ook wel "backstrap loom" wordt genoemd en het verticale weefgetouw. Het horizontale weefgetouw werd met een zware en gekerfde stok aan het lichaam van de wever bevestigd die de spanning van de schering draden kon bijstellen door naar voren of achteren te leunen. Het horizontale weefgetouw is waarschijnlijk het oudste type en wordt door vrouwen gebruikt om gordels en dergelijke te weven. De mannen weven op het verticale weefgetouw dekens en andere grote doeken.<BR> De weefkunst is door de Pueblo- Indianen in de prehistorie ontwikkeld en verfijnd. Het eerste materiaal waarmee gewerkt werd was katoen dat door henzelf werd verbouwd en later werd vervangen door wol van door de Spanjaarden geïntroduceerde schapen. In de zeventiende eeuw leerden de Pueblo- mannen aan Navajo- vrouwen de kunst van het weven en al in de achttiende eeuw verkochten de Navajo's wollen dekens van hoge kwaliteit aan de Spanjaarden én Pueblo's. Navajo- vrouwen pasten na verloop van tijd en met name tijdens het opkomend toerisme hun geweven dekens aan aan de smaak van het koperspubliek. Pueblo- mannen bleven slechts voor eigen gebruik weven. Tegenwoordig dragen Pueblo- volkeren in het dagelijks leven westerse kledij en gaan zij alleen gedurende traditionele ceremonies of dansen in geweven dracht gekleed.<BR>