Dit kleine dierfiguurtje is waarschijnlijk voor de toeristische verkoop gemaakt. <BR> <BR> Bij de Swazi was ivoor vroeger een bijzonder en zeldzaam materiaal door de gevaarlijke olifantenjacht en omdat al het ivoor het eigendom was van de hoofdman die het alleen uitdeelde aan zijn favoriete volgelingen. De ivoren armband was het belangrijkste statussymbool die door mannen als teken van aanzien werd gedragen. Voor de introductie van westerse vuurwapens konden alleen de bovennatuurlijke krachten en moed van de jagers een olifant overwinnen en de kracht van het dier werd met ivoor geassocieerd. Bij de Swazi was de olifant een belangrijk symbool. De moeder van de koning werd ook wel “Ndlovukati” (‘Vrouwtjesolifant’) genoemd. De grootschalige jacht op de olifant en de invoering van westerse handelsproducten veroorzaakten een enorme verandering in het traditionele normensysteem waardoor de symbolische waarde van ivoor veranderde in commerciële. In de negentiende eeuw was de overzeese vraag naar ivoor enorm gegroeid en werd het materiaal naar Europa verhandeld in ruil voor dekens, kralen, metaal, vuurwapens en paarden. In deze periode kon een Afrikaanse hoofdman veel macht verkrijgen als hij handelsnetwerken van ivoor in handen kreeg krijgen en wist uit te breiden. Als gevolg van deze ontwikkelingen werd ivoor een steeds zeldzamer materiaal en aan het einde van de negentiende eeuw was de olifant op enkele plaatsen na uitgestorven in het Nguni gebied.