De Baga zijn een kleine West-Afrikaanse etnische groep die leeft in kustgebied van Guinee aan de Atlantische Oceaan. Voorbeelden van Baga beeldhouwkunst zijn al in de negentiende eeuw opgemerkt door vroege reizigers in het gebied. De clan oudsten vertegenwoordigen politiek en geestelijk gezag, zijn de bewaarders van rituelen en initiaties en beheren de ceremoniële regalia. <BR> <BR> De vogel als icoon is prominent aanwezig bij de Baga. Ze worden gebruikt in sculptuur of masker en in altaarstukken, ook wel a-Tshol genoemd. De a-Tshol is een van de belangrijkste regalia van de clan. A-Tshol wordt meestal vertaald met "medicijn" en heeft betrekking op een hele reeks stoffen met genezende of beschermende krachten. De a-Tshol is gesneden als een zeer gestileerde figuur met zowel menselijke, als vogel eigenschappen. Ze maakt deel uit van familie heiligdommen en ontvangt plengoffers. <BR> <BR> De primaire functie van een a-Tshol is het beschermen van de gemeenschap. Bij waarzeggerij helpt de a-Tshol bij het vaststellen van de oorzaak van het ongeluk. Een a-Tshol kan gebruikt worden bij genezingsrituelen en openbaart God’s wil. Tevens wordt ze gebruikt tijdens inwijdingen, begrafenissen en jaarlijkse (oogst) ceremonies.<BR> <BR> De a-Tshol werd over het algemeen bewaard in het heilige huis van de clan. Dit huis kon variëren van een eenvoudige hut, tot een volwaardig huis, of de a-Tshol werd bewaard in het huis van de oudste man van de clan. De a-Tshol mag onder geen beding de grond raken. Het altaar werd niet altijd alleen gebruikt voor de a-Tshol, er konden tevens andere objecten op staan, waarbij de a-Tshol offergaven ontving. De a-Tshol werd alleen uit het heilige huis gehaald tijdens spirituele hoogtijdagen zoals initiaties van de jongens en de meisjes, begrafenissen van de stamoudsten en aan het begin van het droogte seizoen.<BR>