Beschilderde kalebas

Dit object is gemaakt van een halve kalebas die in de lengterichting doormidden is gesneden. Op de buitenkant is een vrouw in een rood kotomisikostuum afgebeeld. De vrouw draagt bovendien een ketting en een ring. Aan de bovenzijde bevindt zich een gat waar een rood lint doorheen geregen is. Dit object diende vermoedelijk ter versiering in huis, waar het bijvoorbeeld opgehangen werd.<BR> <BR> Het kotomisikostuum is in de tweede helft van de 19e eeuw ontstaan. Het bestaat uit een lange stijf gesteven rok die tot onder de oksel reikt. Het bovenste deel wordt dan teruggeslagen en op de heupen vastgezet met een bandje. De dikke rol die dan ontstaat, verhult de heupen van de vrouw en vormt tevens een ruimte waarin bijvoorbeeld wat geld of een zakdoek bewaard kan worden. Onder deze lange onderrok worden meerdere rokken gedragen, vaak met verschillende patronen. Op de rok wordt een kort jakje gedragen dat ook sterk gesteven is; de hoofddoek (waarvan de stof ook met stijfsel is bewerkt) maakt het kostuum compleet. Meestal is het hele kostuum uit dezelfde stof gemaakt. Bij het kostuum van deze kalebas is duidelijk schouderdoek, tapoe skien-panjie te zien.<BR> <BR> Er zijn nog steeds twee theorieën over het onstaan van dit kostuum. De ene gaat er van uit dat Europese vrouwen wilden dat hun personeel hun lichaam verhulde zodat de Europese mannen hen niet aantrekkelijk vonden. De andere theorie is dat de Creoolse vrouwen de blikken van de Europese mannen hinderlijk vonden en daarom een zo wijd mogelijke dracht uitkozen.

Beschilderde kalebas

Dit object is gemaakt van een halve kalebas die in de lengterichting doormidden is gesneden. Op de buitenkant is een vrouw in een rood kotomisikostuum afgebeeld. De vrouw draagt bovendien een ketting en een ring. Aan de bovenzijde bevindt zich een gat waar een rood lint doorheen geregen is. Dit object diende vermoedelijk ter versiering in huis, waar het bijvoorbeeld opgehangen werd.<BR> <BR> Het kotomisikostuum is in de tweede helft van de 19e eeuw ontstaan. Het bestaat uit een lange stijf gesteven rok die tot onder de oksel reikt. Het bovenste deel wordt dan teruggeslagen en op de heupen vastgezet met een bandje. De dikke rol die dan ontstaat, verhult de heupen van de vrouw en vormt tevens een ruimte waarin bijvoorbeeld wat geld of een zakdoek bewaard kan worden. Onder deze lange onderrok worden meerdere rokken gedragen, vaak met verschillende patronen. Op de rok wordt een kort jakje gedragen dat ook sterk gesteven is; de hoofddoek (waarvan de stof ook met stijfsel is bewerkt) maakt het kostuum compleet. Meestal is het hele kostuum uit dezelfde stof gemaakt. Bij het kostuum van deze kalebas is duidelijk schouderdoek, tapoe skien-panjie te zien.<BR> <BR> Er zijn nog steeds twee theorieën over het onstaan van dit kostuum. De ene gaat er van uit dat Europese vrouwen wilden dat hun personeel hun lichaam verhulde zodat de Europese mannen hen niet aantrekkelijk vonden. De andere theorie is dat de Creoolse vrouwen de blikken van de Europese mannen hinderlijk vonden en daarom een zo wijd mogelijke dracht uitkozen.