Uit één stuk hout gemaakt. Zijnde een zittende figuur met opgetrokken knieën. De armen rusten op de knieën. Dat ze voor het lichaam gekruist zijn voorgesteld is niet- ook niet schematisch- aangegeven. Het hoofd is verhoudingsgewijs groot, de hoogte van het hoofd is bijna twee maal die van de romp. Vorm van hoofd en gezicht vertonen de kenmerken eigen aan de mensenbeeldjes van het Waigeoe-type. Hierbij zijn echter zowel de mond als de ogen schematisch aangegeven. Aan de zijkanten bevinden zich de oren met de oorversieringen. Het beeldje rust op een platte, houten schijf. Het voorwerp is ruw gesneden en slordig afgewerkt.