Voorsteven van een oorlogsprauw

De voorsteven is gemaakt van lichtbruin hout en voor een deel à jour bewerkt.<BR> Hij is beschilderd met krulfiguren in rood en wit.<BR> De steven bestaat uit verschillende delen.<BR> Deze passen aan elkaar en vormen samen het geheel zoals tentoongesteld.<BR> <BR> In het gebied van de Geelvinkbaai zijn twee typen prauwen bekend.<BR> De grootste, bemand met 30 en meer roeiers, dienden om verre tochten (waaronder krijgstochten) te ondernemen.<BR> Zij hebben in den regel twee uitleggers. De kleinere zijn bestemd voor de visvangst. Zij zijn voorzien van slechts één uitlegger, gewoonlijk rechts, dit om beter de netten uit te kunnen werpen.<BR> Geen enkele prauw heeft een roer.<BR> Het meest achterzittende lid van de bemanning, de 'roerganger', stuurt met zijn pagaai.<BR> Meestal zijn de prauwen aan de beide einden met snijwerk versierd.<BR> De oorlogsprauwen hebben een opengewerkte voorstevenversiering. <BR> Deze prauwversiering bestaat in het gebied van Noordwest Nieuw-Guinea (Schouten eilanden en Geelvinkbaai) uit afzonderlijke stukken.<BR> Deze worden in elkaar gepast om samen een geheel te vormen.<BR> Korwarkopjes (zie M-23) zijn een essentieel onderdeel van de versiering.<BR> Men kende en kent aan deze stevenornamenten een bovennatuurlijke kracht toe, en gelooft dat deze de bemanning helpen de boot in de goede richting te sturen, bijvoorbeeld naar scholen vissen of de thuishaven.<BR> Bij het uitgaan op sneltochten werden aan de steven nog meerdere verenbossen of pluimen gehecht (onder andere van de veren van de wiite kakatoe).<BR> De hier tentoongestelde prauwvoorsteven is kenmerkend voor de traditionele oorlogsprauw, de "wainon".<BR> Er zijn slechts enkele exemplaren bewaard gebleven.<BR> HI en DS, 1999.<BR>

Voorsteven van een oorlogsprauw

De voorsteven is gemaakt van lichtbruin hout en voor een deel à jour bewerkt.<BR> Hij is beschilderd met krulfiguren in rood en wit.<BR> De steven bestaat uit verschillende delen.<BR> Deze passen aan elkaar en vormen samen het geheel zoals tentoongesteld.<BR> <BR> In het gebied van de Geelvinkbaai zijn twee typen prauwen bekend.<BR> De grootste, bemand met 30 en meer roeiers, dienden om verre tochten (waaronder krijgstochten) te ondernemen.<BR> Zij hebben in den regel twee uitleggers. De kleinere zijn bestemd voor de visvangst. Zij zijn voorzien van slechts één uitlegger, gewoonlijk rechts, dit om beter de netten uit te kunnen werpen.<BR> Geen enkele prauw heeft een roer.<BR> Het meest achterzittende lid van de bemanning, de 'roerganger', stuurt met zijn pagaai.<BR> Meestal zijn de prauwen aan de beide einden met snijwerk versierd.<BR> De oorlogsprauwen hebben een opengewerkte voorstevenversiering. <BR> Deze prauwversiering bestaat in het gebied van Noordwest Nieuw-Guinea (Schouten eilanden en Geelvinkbaai) uit afzonderlijke stukken.<BR> Deze worden in elkaar gepast om samen een geheel te vormen.<BR> Korwarkopjes (zie M-23) zijn een essentieel onderdeel van de versiering.<BR> Men kende en kent aan deze stevenornamenten een bovennatuurlijke kracht toe, en gelooft dat deze de bemanning helpen de boot in de goede richting te sturen, bijvoorbeeld naar scholen vissen of de thuishaven.<BR> Bij het uitgaan op sneltochten werden aan de steven nog meerdere verenbossen of pluimen gehecht (onder andere van de veren van de wiite kakatoe).<BR> De hier tentoongestelde prauwvoorsteven is kenmerkend voor de traditionele oorlogsprauw, de "wainon".<BR> Er zijn slechts enkele exemplaren bewaard gebleven.<BR> HI en DS, 1999.<BR>