Wasklopper

Dit exemplaar doet sterk denken aan serienrs.: 2363-39 en 41, qua vorm en motieven. Het handvat is voorzien van een ingelegd driehoekig stuk- je hout, vastgezet met een koperen kopspijker. De slagzijde, alsmede het stuk tussen blad en handvat zijn ongedecoreerd. Het blad heeft aan de bovenzijde een (onafgewerkt?) vlechtmotief, en wat S-vormige figuurtjes, die sterk doen denken aan wat van Panhuijs leguanestaart noemt (1905:1030). De randen aan de bovenzijde van het blad zijn schuin afgesneden. Op de zijkanten vinden we o.a. het accolademotief (zie serienr.: 2363-39) en het kumbamotief (zie serienr.: 778-5). Op handvat en één zijkant herkennen we de snekibere.<BR> Muntslag (1979:85) schrijft: "Vorm: stilering van de slang. Betekenis: snekibere betekent slangenbuik. De slang beweegt zich op zijn buik voort en kan door de structuur van zijn huid niet achteruit. Deze figuur symboliseert dan ook de vooruitgang". Verder herkennen we de bigi pasi en de langa-pasi-no-e-broko-man-baka. De eerste omschrijft Muntslag (1979:38) als volgt: "Vorm: twee parallel lopende lijnen al of niet verbonden door een aantal eveneens parallel lopende schuine lijnen. Betekenis: een openbare zaak, een openlijke verhouding, het tegenovergestelde van foetoe pasi". Het tweede (1979:65): "Vorm: twee parallel lopende lijnen verbonden door schuine lijnen. Betekenis: langa pasi no e broko man baka, betekent letterlijk: de lange weg breekt de man zijn rug niet. Neem dus liever de lange weg zonder moeilijkheden, dan de korte met moeilijkheden".<BR> Deze kódja valt in stijl III, naar Price (1980:129 e.v.).

Wasklopper

Dit exemplaar doet sterk denken aan serienrs.: 2363-39 en 41, qua vorm en motieven. Het handvat is voorzien van een ingelegd driehoekig stuk- je hout, vastgezet met een koperen kopspijker. De slagzijde, alsmede het stuk tussen blad en handvat zijn ongedecoreerd. Het blad heeft aan de bovenzijde een (onafgewerkt?) vlechtmotief, en wat S-vormige figuurtjes, die sterk doen denken aan wat van Panhuijs leguanestaart noemt (1905:1030). De randen aan de bovenzijde van het blad zijn schuin afgesneden. Op de zijkanten vinden we o.a. het accolademotief (zie serienr.: 2363-39) en het kumbamotief (zie serienr.: 778-5). Op handvat en één zijkant herkennen we de snekibere.<BR> Muntslag (1979:85) schrijft: "Vorm: stilering van de slang. Betekenis: snekibere betekent slangenbuik. De slang beweegt zich op zijn buik voort en kan door de structuur van zijn huid niet achteruit. Deze figuur symboliseert dan ook de vooruitgang". Verder herkennen we de bigi pasi en de langa-pasi-no-e-broko-man-baka. De eerste omschrijft Muntslag (1979:38) als volgt: "Vorm: twee parallel lopende lijnen al of niet verbonden door een aantal eveneens parallel lopende schuine lijnen. Betekenis: een openbare zaak, een openlijke verhouding, het tegenovergestelde van foetoe pasi". Het tweede (1979:65): "Vorm: twee parallel lopende lijnen verbonden door schuine lijnen. Betekenis: langa pasi no e broko man baka, betekent letterlijk: de lange weg breekt de man zijn rug niet. Neem dus liever de lange weg zonder moeilijkheden, dan de korte met moeilijkheden".<BR> Deze kódja valt in stijl III, naar Price (1980:129 e.v.).