Samengesteld krukje; één rechthoekige zitting; twee steunplankjes. Dit krukje heeft veel overeenkomsten met serienr.: 2363-25 en 27. De steun- plankjes zijn eveneens onbewerkt. De rand van de zitting is schuin afgesneden, m.i.v. de hoeken (zie serienr.: 2363-27). Op deze rand en éénmaal centraal zijn elf rondjes met een doorsnede van 1.3 cm. inge- brand; d.w.z. op elke lange zijde vijfmaal en éénmaal centraal. Het motief is bandvormig, en gezien het feit dat er een duidelijk begin- en eindpunt is, mogen we denk ik aannemen dat het de uitbeelding van een slang betreft. Deze band beweegt zich zodanig over het oppervlak, dat de zitting in vier gelijke rechthoeken verdeeld wordt. Opvallend daarbij is dat in drie van deze rechthoeken een figuur ontstaat in de vorm van de " boegoe siri", een zaadsoort (zie serienr.: 2363-27). In de vierde rechthoek bevindt zowel kop als staart. De staart (?) is in een spiraal- vorm weergegeven, dat op zijn beurt sterk doet denken aan de spiraal- motieven op serienr.: 2363-25 (dezelfde maker ?).<BR> De originele beschrijvingskaart zegt over de betekenis van het orna- ment: "korn (?) wantongo (twee zeggen hetzelfde ding)". De genoemde literatuur op deze kaart helpt ons helaas niet verder op weg.<BR> De slang is deels aan één zijde met een smallere band verbreed. Gezien de aangegeven lijnen is het laag-reliëf werk niet overal goed afgemaakt.