Zitbank

Samengesteld krukje; een met snijwerk versierde zitting en twee steun- plankjes. De zitting is in vier rechthoeken (kwadranten) verdeeld. Elke twee schuin tegenover elkaar liggende kwadranten zijn identiek versierd. (De rand van de zitting, dus om de kwadranten heen, is naar buiten toe iets schuin afgesneden.). Er zijn dus twee verschillende motieven.<BR> Het eerste bestaat uit een, in het midden van het kwadrant liggende, en in twaalf vakjes (twee aan twee naast elkaar) verdeelde rechthoek. Acht vakjes zijn min of meer van gelijke grootte; vier vakjes (twee aan twee naast elkaar liggend aan de centrale kant van het krukje) zijn duidelijk groter. Dat kan geen toeval zijn want het geldt voor beide kwadranten.<BR> Aan de lange buitenzijde van deze twee kwadranten zijn over de lengte, met een tussenruimte van ca. 1 cm., gaatjes gemaakt.<BR> Het andere motief is gebaseerd op de spiraalvorm. Een uit twee helften bestaande brede band begint ongeveer halverwege de korte zijde van de rechthoek en draait vervolgens, de randen ervan volgend, naar het midden toe. De eerste drie hoeken worden daarbij afgesneden; de laatste hoek echter wordt geheel door de band gevuld. Ook hier zijn gaatjes geprikt, aan de lange zijde; echter niet aan de buiten- maar aan de binnenrand. En halverwege deze zijde en het midden van het kwa- drant nog eens, evenwijdig aan de eerste.<BR> De originele beschrijvingskaart zegt over de decoratie het volgende "Volgens opgave heet het ornament koembakotti. Een onderdeel ervan heet 'tjobo oeman klabasi' (slordige vrouw - kalebas)".<BR> Welk onderdeel bedoeld wordt is niet duidelijk. De literatuurverwijzing op de kaart brengt ook geen duidelijkheid.<BR> Het spiraalmotief heb ik in de literatuur niet terug kunnen vinden. Het ruitmotief in een enigszins andere vorm wel, maar wat ik daar nu over ga zeggen is wél speculatief.<BR> Bij Muntslag (blz. 63) vinden we nl. de krin-ai-foe-si-biten. Hij schrijft: "Vorm: Boven elkaar liggende rijtjes ingesneden driehoekjes, die afwis- selend met de basis en de punten een lijn vormen. Komt ook voor met andere figuren dan driehoeken". (Dit laatste is natuurlijk voor ons van belang te weten!).<BR> "Betekenis: Krin-ai-foe-si-biten betekent letterlijk: een helder oog om beter te zien. De figuur eist nauwkeurig meten om elke bovenliggende rij in de juiste stand te krijgen. De betekenis is: nauwkeurigheid en deugdelijkheid".<BR> De opmerking "slordige vrouw" kunnen we nu wat beter begrijpen. Dat niet alle twaalf vakjes even groot zijn kan er mee te maken hebben. Maar nogmaals: dit is speculeren!<BR> <BR> De volgende literatuurverwijzing stond op de originele beschrijvings- kaart maar die heeft me niet veel verder kunnen helpen.<BR> <BR> Bijlage III van het verslag van de Gonini-expeditie en Bijlage IV van het verslag van de Tapanahonie-expeditie, beide onder leiding van Franssen Herderschee. De bijlagen zijn geschreven door Jhr. L.C. van Panhuijs. (zie voor verdere gegevens: R. Price: The Guiana Maroons; A historical and bibliographical introduction, 1976).

Zitbank

Samengesteld krukje; een met snijwerk versierde zitting en twee steun- plankjes. De zitting is in vier rechthoeken (kwadranten) verdeeld. Elke twee schuin tegenover elkaar liggende kwadranten zijn identiek versierd. (De rand van de zitting, dus om de kwadranten heen, is naar buiten toe iets schuin afgesneden.). Er zijn dus twee verschillende motieven.<BR> Het eerste bestaat uit een, in het midden van het kwadrant liggende, en in twaalf vakjes (twee aan twee naast elkaar) verdeelde rechthoek. Acht vakjes zijn min of meer van gelijke grootte; vier vakjes (twee aan twee naast elkaar liggend aan de centrale kant van het krukje) zijn duidelijk groter. Dat kan geen toeval zijn want het geldt voor beide kwadranten.<BR> Aan de lange buitenzijde van deze twee kwadranten zijn over de lengte, met een tussenruimte van ca. 1 cm., gaatjes gemaakt.<BR> Het andere motief is gebaseerd op de spiraalvorm. Een uit twee helften bestaande brede band begint ongeveer halverwege de korte zijde van de rechthoek en draait vervolgens, de randen ervan volgend, naar het midden toe. De eerste drie hoeken worden daarbij afgesneden; de laatste hoek echter wordt geheel door de band gevuld. Ook hier zijn gaatjes geprikt, aan de lange zijde; echter niet aan de buiten- maar aan de binnenrand. En halverwege deze zijde en het midden van het kwa- drant nog eens, evenwijdig aan de eerste.<BR> De originele beschrijvingskaart zegt over de decoratie het volgende "Volgens opgave heet het ornament koembakotti. Een onderdeel ervan heet 'tjobo oeman klabasi' (slordige vrouw - kalebas)".<BR> Welk onderdeel bedoeld wordt is niet duidelijk. De literatuurverwijzing op de kaart brengt ook geen duidelijkheid.<BR> Het spiraalmotief heb ik in de literatuur niet terug kunnen vinden. Het ruitmotief in een enigszins andere vorm wel, maar wat ik daar nu over ga zeggen is wél speculatief.<BR> Bij Muntslag (blz. 63) vinden we nl. de krin-ai-foe-si-biten. Hij schrijft: "Vorm: Boven elkaar liggende rijtjes ingesneden driehoekjes, die afwis- selend met de basis en de punten een lijn vormen. Komt ook voor met andere figuren dan driehoeken". (Dit laatste is natuurlijk voor ons van belang te weten!).<BR> "Betekenis: Krin-ai-foe-si-biten betekent letterlijk: een helder oog om beter te zien. De figuur eist nauwkeurig meten om elke bovenliggende rij in de juiste stand te krijgen. De betekenis is: nauwkeurigheid en deugdelijkheid".<BR> De opmerking "slordige vrouw" kunnen we nu wat beter begrijpen. Dat niet alle twaalf vakjes even groot zijn kan er mee te maken hebben. Maar nogmaals: dit is speculeren!<BR> <BR> De volgende literatuurverwijzing stond op de originele beschrijvings- kaart maar die heeft me niet veel verder kunnen helpen.<BR> <BR> Bijlage III van het verslag van de Gonini-expeditie en Bijlage IV van het verslag van de Tapanahonie-expeditie, beide onder leiding van Franssen Herderschee. De bijlagen zijn geschreven door Jhr. L.C. van Panhuijs. (zie voor verdere gegevens: R. Price: The Guiana Maroons; A historical and bibliographical introduction, 1976).