Kachina-mand

Coiled basket with katsina design; Hopi, ca. 1920<BR> Vegetal fibres, pigments; h. 22,5 cm., d. 35 cm.<BR> RMV 2043-64; collected in 1920 by Hessel Postma and Lura May Love at Hopi<BR> <BR> The Hopis used their basketry for a great variety of utilitarian, social, and ceremonial purposes. As domestic containers they held corn, flour, bread, beans, fruits, nuts, seeds, etc. In their ceremonies basketry sometimes played a significant role. Marriage customs involve reciprocal gifts of coiled plaques, laden with food, between the families of the bride and groom. The women's Lakon Society performed the Basket Dance, carrying several varieties of baskets, and distributing them at the end of the ceremony. At the occasion of the Powamu or Bean Dance, baskets are given to girls, and baskets are buried with eagles that are ceremonially killed. Part of marriage rites is the giving of basketry plaques, some with a specific marriage-design, by the bride's family to the family of the groom, in exchange for the wedding dress (Wright 1979:64; Breunig 1982:10; Tanner 1983:49; Whiteford 1988:150; Miller 1989).<BR> <BR> Much Hopi basketry is woven in a coiling technique in which round bundles of twigs and plant fibers are wrapped with thin splints of yucca leaves into a thick strand which is then coiled and sewn together with a bone, wooden or metal awl. The first coil and last coil taper to facilitate the beginning of the basket at the bottom and to finish it in a smooth manner at the rim. For the starting finishing coils, yucca is used as filler because of the flexibility of the fibers, while for the remainder galleta grass or rabbit brush is used.<BR> <BR> In the coiling technique Hopi women created flat plaques, shallow trays, deep bowls, and a great variety of small and large baskets in various shapes. Sometimes lids and handles were added, often based on external examples. Patterns emerged by using colored strands of yucca for the wrapping of the coils. Natural yucca colors were olive green from outer leaves, yellow from sun dried leaves, white from new center leaves which were frozen to bleach them. By using vegetal and mineral dyes yucca strands could be produced in different colors and hues: white with kaolin limestone, black with sunflower seeds, sumac, lignite, soot or coal, red with green thread, alder bark, sumac berries, cockscomb flowers or iron ochre, yellow with rabbit brush flowers, flowers of fetid marigold, and yellow ochre, green with rabbit brush bark or copper carbonate. To assure the effective bonding between the fibers and dyes, and render the colored fibers more color proof, a variety of mordants were used, including alum, limonite, rock salt, copper carbonate, tannic acid, human urine, sheep manure, and smoke (Colton 1965; Teiwes 1996:23-29,42-49; Hovens 2010:162-167).<BR> <BR> The art and craft of coiled basketry survived especially on Second Mesa which was also the traditional center of manufacture. Coiled basketry was produced increasingly for the external market after the completion of the transcontinental railroad through northern New Mexico and Arizona in 1883 <BR> <BR> Designs on traditional Hopi basketry are primarily symbolic, and only secondarily aesthetic. Most designs refer to religious ideas about fertility and include birds, feathers, clouds, rainbows, lightning, planets and stars, snakes, butterflies and flowers, corn and katsinas. Until 1880 the designs were characterized by an indefinite geometry, but they soon became more focused and varied, including an increasing number of naturalistic designs in the late nineteenth century when an outside market provided a valued emerging source of cash income (Wright 1979:68; Tanner 1983:50-63; Whiteford 1988:144-148; Teiwes 1996:10-29,51-59). This coiled basket is a particularly fine example of this latter category. The central design consists of a double-horned katsina, with multi-colored rectangles in a stepped pattern over the mouth: Supai katsina.<BR> <BR> Pieter Hovens; 2015<BR> National Museum of Ethnology, Leiden, Netherlands<BR> <BR> Robert Breunig, Cultural Fiber: Function and Symbolism in Hopi Basketry; in: Plateau 53:8-13; 1982. Mary Russell Ferrel Colton, Hopi Dyes; Northern Arizona Society of Science and Art; Flagstaff, 1965. Hovens, Pieter, ed., American Indian Material Culture: the Ten Kate Collection, 1882-1888; National Museum of Ethnology and ZKF Publishers; Leiden and Altenstadt, 2010. Sheryl F. Miller, Hopi Basketry: Traditional Social Currency and Contemporary Source of Cash; in: American Indian Art Magazine 15/1:62-71; 1989. Clara Lee Tanner, Indian Baskets of the Southwest; University of Arizona Press; Tucson, 1983. Helga Teiwes, Hopi Basket Weaving: Artistry in Natural Fibers; University of Arizona Press; Tucson, 1996. Andrew Hunter Whiteford, Southwestern Indian Baskets: Their History and Their Makers; School of American Research Press; Santa Fe, 1988. Barton Wright, Hopi Material Culture; Northland Press and Heard Museum; Flagstaff and Phoenix, 1979.<BR> <BR> Kachinas zijn bovennatuur-lijke wezens, geesten maar geen goden, die ieder een of meer-dere specifieke kenmerken bezit-ten. Deze komen tot uiting in vormen, kleuren en symbolen zoals lichaamsbeschildering, geweven en geborduurde kleding, voorwer-pen die zij bij zich dragen (dansstokken, dansplanken), geluiden die zij maken, de vorm van het hoofd of delen daarvan, e.d. Zij bren-gen regen en zonneschijn, helpen mensen persoonlijk, straffen overtreders en verbinden de mensen met de goden door als boodschappers tussen twee werel-den op te treden. De kachinas worden tijdens ceremonies gere-presenteerd door gemaskerde dansers die tijdens het ritueel door de geest die zij uitbeel-den in bezit worden genomen. De letterlijke betekenis van kachina is "levensvader" of "geest vader". De kachina cultus, bestaande uit een reeks gemaskerde dansen in het eerste halfjaar, is de belangrijkste in de ceremoniële jaarkalender van de Hopis. Tot de opmerkelijkste kachina-figuren horen de verschillende clowns zoals de bruine modderhoofden (mudheads) en de zwart-wit gestreepte potsenmakers. Zij tonen hoe mensen zich juist niet moeten gedragen, vermaken het publiek tussen de verschillende dansen, assisteren de dansers en zien erop toe dat de toeschouwers zich respectvol gedragen.<BR> <BR> De poppen die kachinas voorstellen worden door mannen gemaakt, zijn 25-30 centimeter lang. De poppen worden samen met andere geschenken tijdens de pauzes van de kachina dansen aan de kinderen uitgedeeld, vooral aan meisjes die niet in religieuze genootschappen worden geïnitieerd. De poppen worden thuis aan een touw aan het plafond of de muur gehangen. Door de verhalen van hun ouders en familie over de kachinas worden kinderen geleidelijk ingewijd in hun betekenis voor de stam. De poppen worden door de Hopis "tihü" of "kachintihü" genoemd, hetgeen "pop" of "figuur" betekent.<BR> <BR> Waarschijnlijk werden kachina poppen voor het eerst in de achttiende eeuw vervaardigd. Zij kunnen zijn ontwikkeld uit de zogenaamde "pahos", kleine houten gebedsstokjes die met veren en maisblad zijn versierd, vaak beschilderd zijn en waarin soms ook de vorm van een gezicht is gesneden. De oudste vormen van kachina poppen zijn eenvoudig van vorm en uitvoering. Zij zijn meestal plat en vertonen weinig detail behalve het hoofd en het masker. Later werden de poppen rond. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw werden de poppen verzameld door blanken.<BR> <BR> Door het interesse van blanken in dergelijke poppen en het seculiere karakter ervan voor de Indianen, nam de productie ervan geleidelijk aan toe. Het opkomend toerisme droeg aan die ontwikkeling bij en leidde tot het maken van eenvoudige houten poppen en miniatuur kachinas. Het lichaam van de kachina poppen was aanvankelijk meestal statisch uitgebeeld maar vormen en beschildering werden in de loop der tijd steeds meer naturalistisch. Poppen die beweging uitbeeldden, de zogenaamde "action dolls", brachten ook meer geld op. Behalve beweging kreeg ook de detaillering steeds meer aan-dacht, zowel wat betreft houtsnijwerk en beschildering, als het toevoegen van accessoires. Recentelijk gingen enkele houtsnijders weer over tot het maken van kachina poppen in traditi-onele stijl, zoals Manfred Susunkewa. Verzame-laars en musea stimu-leerden het vervaardi-gen van hoogwaardige artistieke poppen die door een beperkt aantal kunstenaars worden ge-maakt. Zij signe-ren hun werk en verkopen dit vaak via de reguliere kunsthandel en museumwinkels. Tot de prominente verzamelaars van kachina-pop-pen behoren senator Barry Goldwater en acteur John Wayne.<BR> <BR> Mand met kachina-motief, waarschijnlijk een Hoe-kachina die kinderen straft tijdens de Bonendans. Daarvoor gebruikt hij een zweep van yucca-bladeren en een stekelig cactusblad. Hoe-kachina is vergelijkbaar met onze Zwarte Piet. De mand werd waarschijnlijk gebruikt tijdens de voorbereidingen voor de Bonendans (Powamu) die de terugkeer van de kachinas viert en de schoonmaak van de aarde om de velden gereed te maken voor de nieuwe aanplant.

Kachina-mand

Coiled basket with katsina design; Hopi, ca. 1920<BR> Vegetal fibres, pigments; h. 22,5 cm., d. 35 cm.<BR> RMV 2043-64; collected in 1920 by Hessel Postma and Lura May Love at Hopi<BR> <BR> The Hopis used their basketry for a great variety of utilitarian, social, and ceremonial purposes. As domestic containers they held corn, flour, bread, beans, fruits, nuts, seeds, etc. In their ceremonies basketry sometimes played a significant role. Marriage customs involve reciprocal gifts of coiled plaques, laden with food, between the families of the bride and groom. The women's Lakon Society performed the Basket Dance, carrying several varieties of baskets, and distributing them at the end of the ceremony. At the occasion of the Powamu or Bean Dance, baskets are given to girls, and baskets are buried with eagles that are ceremonially killed. Part of marriage rites is the giving of basketry plaques, some with a specific marriage-design, by the bride's family to the family of the groom, in exchange for the wedding dress (Wright 1979:64; Breunig 1982:10; Tanner 1983:49; Whiteford 1988:150; Miller 1989).<BR> <BR> Much Hopi basketry is woven in a coiling technique in which round bundles of twigs and plant fibers are wrapped with thin splints of yucca leaves into a thick strand which is then coiled and sewn together with a bone, wooden or metal awl. The first coil and last coil taper to facilitate the beginning of the basket at the bottom and to finish it in a smooth manner at the rim. For the starting finishing coils, yucca is used as filler because of the flexibility of the fibers, while for the remainder galleta grass or rabbit brush is used.<BR> <BR> In the coiling technique Hopi women created flat plaques, shallow trays, deep bowls, and a great variety of small and large baskets in various shapes. Sometimes lids and handles were added, often based on external examples. Patterns emerged by using colored strands of yucca for the wrapping of the coils. Natural yucca colors were olive green from outer leaves, yellow from sun dried leaves, white from new center leaves which were frozen to bleach them. By using vegetal and mineral dyes yucca strands could be produced in different colors and hues: white with kaolin limestone, black with sunflower seeds, sumac, lignite, soot or coal, red with green thread, alder bark, sumac berries, cockscomb flowers or iron ochre, yellow with rabbit brush flowers, flowers of fetid marigold, and yellow ochre, green with rabbit brush bark or copper carbonate. To assure the effective bonding between the fibers and dyes, and render the colored fibers more color proof, a variety of mordants were used, including alum, limonite, rock salt, copper carbonate, tannic acid, human urine, sheep manure, and smoke (Colton 1965; Teiwes 1996:23-29,42-49; Hovens 2010:162-167).<BR> <BR> The art and craft of coiled basketry survived especially on Second Mesa which was also the traditional center of manufacture. Coiled basketry was produced increasingly for the external market after the completion of the transcontinental railroad through northern New Mexico and Arizona in 1883 <BR> <BR> Designs on traditional Hopi basketry are primarily symbolic, and only secondarily aesthetic. Most designs refer to religious ideas about fertility and include birds, feathers, clouds, rainbows, lightning, planets and stars, snakes, butterflies and flowers, corn and katsinas. Until 1880 the designs were characterized by an indefinite geometry, but they soon became more focused and varied, including an increasing number of naturalistic designs in the late nineteenth century when an outside market provided a valued emerging source of cash income (Wright 1979:68; Tanner 1983:50-63; Whiteford 1988:144-148; Teiwes 1996:10-29,51-59). This coiled basket is a particularly fine example of this latter category. The central design consists of a double-horned katsina, with multi-colored rectangles in a stepped pattern over the mouth: Supai katsina.<BR> <BR> Pieter Hovens; 2015<BR> National Museum of Ethnology, Leiden, Netherlands<BR> <BR> Robert Breunig, Cultural Fiber: Function and Symbolism in Hopi Basketry; in: Plateau 53:8-13; 1982. Mary Russell Ferrel Colton, Hopi Dyes; Northern Arizona Society of Science and Art; Flagstaff, 1965. Hovens, Pieter, ed., American Indian Material Culture: the Ten Kate Collection, 1882-1888; National Museum of Ethnology and ZKF Publishers; Leiden and Altenstadt, 2010. Sheryl F. Miller, Hopi Basketry: Traditional Social Currency and Contemporary Source of Cash; in: American Indian Art Magazine 15/1:62-71; 1989. Clara Lee Tanner, Indian Baskets of the Southwest; University of Arizona Press; Tucson, 1983. Helga Teiwes, Hopi Basket Weaving: Artistry in Natural Fibers; University of Arizona Press; Tucson, 1996. Andrew Hunter Whiteford, Southwestern Indian Baskets: Their History and Their Makers; School of American Research Press; Santa Fe, 1988. Barton Wright, Hopi Material Culture; Northland Press and Heard Museum; Flagstaff and Phoenix, 1979.<BR> <BR> Kachinas zijn bovennatuur-lijke wezens, geesten maar geen goden, die ieder een of meer-dere specifieke kenmerken bezit-ten. Deze komen tot uiting in vormen, kleuren en symbolen zoals lichaamsbeschildering, geweven en geborduurde kleding, voorwer-pen die zij bij zich dragen (dansstokken, dansplanken), geluiden die zij maken, de vorm van het hoofd of delen daarvan, e.d. Zij bren-gen regen en zonneschijn, helpen mensen persoonlijk, straffen overtreders en verbinden de mensen met de goden door als boodschappers tussen twee werel-den op te treden. De kachinas worden tijdens ceremonies gere-presenteerd door gemaskerde dansers die tijdens het ritueel door de geest die zij uitbeel-den in bezit worden genomen. De letterlijke betekenis van kachina is "levensvader" of "geest vader". De kachina cultus, bestaande uit een reeks gemaskerde dansen in het eerste halfjaar, is de belangrijkste in de ceremoniële jaarkalender van de Hopis. Tot de opmerkelijkste kachina-figuren horen de verschillende clowns zoals de bruine modderhoofden (mudheads) en de zwart-wit gestreepte potsenmakers. Zij tonen hoe mensen zich juist niet moeten gedragen, vermaken het publiek tussen de verschillende dansen, assisteren de dansers en zien erop toe dat de toeschouwers zich respectvol gedragen.<BR> <BR> De poppen die kachinas voorstellen worden door mannen gemaakt, zijn 25-30 centimeter lang. De poppen worden samen met andere geschenken tijdens de pauzes van de kachina dansen aan de kinderen uitgedeeld, vooral aan meisjes die niet in religieuze genootschappen worden geïnitieerd. De poppen worden thuis aan een touw aan het plafond of de muur gehangen. Door de verhalen van hun ouders en familie over de kachinas worden kinderen geleidelijk ingewijd in hun betekenis voor de stam. De poppen worden door de Hopis "tihü" of "kachintihü" genoemd, hetgeen "pop" of "figuur" betekent.<BR> <BR> Waarschijnlijk werden kachina poppen voor het eerst in de achttiende eeuw vervaardigd. Zij kunnen zijn ontwikkeld uit de zogenaamde "pahos", kleine houten gebedsstokjes die met veren en maisblad zijn versierd, vaak beschilderd zijn en waarin soms ook de vorm van een gezicht is gesneden. De oudste vormen van kachina poppen zijn eenvoudig van vorm en uitvoering. Zij zijn meestal plat en vertonen weinig detail behalve het hoofd en het masker. Later werden de poppen rond. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw werden de poppen verzameld door blanken.<BR> <BR> Door het interesse van blanken in dergelijke poppen en het seculiere karakter ervan voor de Indianen, nam de productie ervan geleidelijk aan toe. Het opkomend toerisme droeg aan die ontwikkeling bij en leidde tot het maken van eenvoudige houten poppen en miniatuur kachinas. Het lichaam van de kachina poppen was aanvankelijk meestal statisch uitgebeeld maar vormen en beschildering werden in de loop der tijd steeds meer naturalistisch. Poppen die beweging uitbeeldden, de zogenaamde "action dolls", brachten ook meer geld op. Behalve beweging kreeg ook de detaillering steeds meer aan-dacht, zowel wat betreft houtsnijwerk en beschildering, als het toevoegen van accessoires. Recentelijk gingen enkele houtsnijders weer over tot het maken van kachina poppen in traditi-onele stijl, zoals Manfred Susunkewa. Verzame-laars en musea stimu-leerden het vervaardi-gen van hoogwaardige artistieke poppen die door een beperkt aantal kunstenaars worden ge-maakt. Zij signe-ren hun werk en verkopen dit vaak via de reguliere kunsthandel en museumwinkels. Tot de prominente verzamelaars van kachina-pop-pen behoren senator Barry Goldwater en acteur John Wayne.<BR> <BR> Mand met kachina-motief, waarschijnlijk een Hoe-kachina die kinderen straft tijdens de Bonendans. Daarvoor gebruikt hij een zweep van yucca-bladeren en een stekelig cactusblad. Hoe-kachina is vergelijkbaar met onze Zwarte Piet. De mand werd waarschijnlijk gebruikt tijdens de voorbereidingen voor de Bonendans (Powamu) die de terugkeer van de kachinas viert en de schoonmaak van de aarde om de velden gereed te maken voor de nieuwe aanplant.