Prauwversiering

Uit één stuk hout gemaakt. Bestaande uit een achterstuk, dat bestaat uit twee, v-vormige ten opzichte van elkaar geplaatste planken, een een massief voorstuk, dat boegvormig oploopt. Aan de boven voorzijde krult het voorstuk naar achteren om. Achter deze krul komen uit het voorstuk nog twee naar achteren gekrulde uitsteeksels omhoog. Tegen de achterste krul is een ruggelings leunende mannenfiguur afgebeeld met gebogen benen en de handen aan het geslachtsdeel. Op de voorste twee krullen ligt een vissenfiguur. Achter de mannenfiguur is een grof, min of meer neusvormig uitsteeksel. Gelijke uitsteeksels bevinden zich daaronder aan weerszijden van het voorwerp.<BR> Aan weerszijden van het voorwerp zijn op overeenkomstige plaatsen telkens dezelfde versieringen aangebracht: op het voorstuk is, vlak onder de opstekende spiralen, een en reliëf aangebrachte symmetrische figuur aanwezig van twee spiraalvormig verlopende lijnen, die aan beide uiteinden in handen uitlopen. Nagenoeg dezelfde versiering wordt ook nog - tot twee maal toe- op het achterstuk aangetroffen. Hier is ook nog de meander lijn en de versiering met een reeks van onder elkaar geplaatste, langwerpige figuren aangebracht. Onder de zijdelingse uitsteeksels is nog een vogel in vlucht als versiering aangebracht. Het voorwerp is niet als prauwornament in gebruik geweest. Kleuren - rood, zwart en wit, zijn niet door het zeewater aangetast.<BR> <BR> Uit de literatuur blijkt dat het voorwerp heeft:<BR> 1) de krulvormige ornamenten van de prauwversiering van Jamna bij Chauvet.<BR> 2) de meanderlijn van het voorwerp van Podena eilanden bij Uhle.<BR> <BR> Bovendien vertoont de mensenfiguur grote overeenkomst met de plastiekjes no. 602-116 en 738-6 waarvan resp. Merkus eiland voor de Walckenaersbaai en Tarfia in de W.baai als gebied van herkomst worden gegeven.<BR> Als waarschijnlijk herkomstgebied wordt dan ook dzz. gegeven: Eiland- of kustgebied van Jamna tot Walckenaersbaai. De oorspronkelijke herkomstopgave: Schouten Eilanden, Sowèk, moet in zoverre onjuist zijn, dat het voorwerp daarheen moet zijn gebracht.<BR> <BR> De inheemse bevolking van de Geelvinkbaai bouwde verschillende soorten prauwen. De grootste dienden om verre tochten te ondernemen en de kleinere voor de visvangst. De eersten, waarop geen zeil werd gespannen omdat zij daarvoor niet waren ingericht werd vaak bemand met dertig of meer peddelaars. Kleinere prauwen hebben één uitlegger, meestal aan de rechterzijde, om beter netten te kunnen uitwerpen. De stevens van de prauwen werden versierd met allerlei houtsnijwerk, gewoonlijk van vogels, andere dieren of mensen. In de Humboldtbaai werden de prauwversieringen meestal aan de achtersteven bevestigd. Men kende bovennatuurlijke krachten aan de prauwversieringen toe en geloofde dat deze de bemanning hielpen de prauw in de goede richting te sturen, bijvoorbeeld naar scholen vissen of de thuishaven. Bij het uitgaan op sneltochten werden aan de steven nog meerdere verenbossen van de kaketoe gehecht.

Prauwversiering

Uit één stuk hout gemaakt. Bestaande uit een achterstuk, dat bestaat uit twee, v-vormige ten opzichte van elkaar geplaatste planken, een een massief voorstuk, dat boegvormig oploopt. Aan de boven voorzijde krult het voorstuk naar achteren om. Achter deze krul komen uit het voorstuk nog twee naar achteren gekrulde uitsteeksels omhoog. Tegen de achterste krul is een ruggelings leunende mannenfiguur afgebeeld met gebogen benen en de handen aan het geslachtsdeel. Op de voorste twee krullen ligt een vissenfiguur. Achter de mannenfiguur is een grof, min of meer neusvormig uitsteeksel. Gelijke uitsteeksels bevinden zich daaronder aan weerszijden van het voorwerp.<BR> Aan weerszijden van het voorwerp zijn op overeenkomstige plaatsen telkens dezelfde versieringen aangebracht: op het voorstuk is, vlak onder de opstekende spiralen, een en reliëf aangebrachte symmetrische figuur aanwezig van twee spiraalvormig verlopende lijnen, die aan beide uiteinden in handen uitlopen. Nagenoeg dezelfde versiering wordt ook nog - tot twee maal toe- op het achterstuk aangetroffen. Hier is ook nog de meander lijn en de versiering met een reeks van onder elkaar geplaatste, langwerpige figuren aangebracht. Onder de zijdelingse uitsteeksels is nog een vogel in vlucht als versiering aangebracht. Het voorwerp is niet als prauwornament in gebruik geweest. Kleuren - rood, zwart en wit, zijn niet door het zeewater aangetast.<BR> <BR> Uit de literatuur blijkt dat het voorwerp heeft:<BR> 1) de krulvormige ornamenten van de prauwversiering van Jamna bij Chauvet.<BR> 2) de meanderlijn van het voorwerp van Podena eilanden bij Uhle.<BR> <BR> Bovendien vertoont de mensenfiguur grote overeenkomst met de plastiekjes no. 602-116 en 738-6 waarvan resp. Merkus eiland voor de Walckenaersbaai en Tarfia in de W.baai als gebied van herkomst worden gegeven.<BR> Als waarschijnlijk herkomstgebied wordt dan ook dzz. gegeven: Eiland- of kustgebied van Jamna tot Walckenaersbaai. De oorspronkelijke herkomstopgave: Schouten Eilanden, Sowèk, moet in zoverre onjuist zijn, dat het voorwerp daarheen moet zijn gebracht.<BR> <BR> De inheemse bevolking van de Geelvinkbaai bouwde verschillende soorten prauwen. De grootste dienden om verre tochten te ondernemen en de kleinere voor de visvangst. De eersten, waarop geen zeil werd gespannen omdat zij daarvoor niet waren ingericht werd vaak bemand met dertig of meer peddelaars. Kleinere prauwen hebben één uitlegger, meestal aan de rechterzijde, om beter netten te kunnen uitwerpen. De stevens van de prauwen werden versierd met allerlei houtsnijwerk, gewoonlijk van vogels, andere dieren of mensen. In de Humboldtbaai werden de prauwversieringen meestal aan de achtersteven bevestigd. Men kende bovennatuurlijke krachten aan de prauwversieringen toe en geloofde dat deze de bemanning hielpen de prauw in de goede richting te sturen, bijvoorbeeld naar scholen vissen of de thuishaven. Bij het uitgaan op sneltochten werden aan de steven nog meerdere verenbossen van de kaketoe gehecht.