Prow ornament for an outrigger canoe

Deze beschrijving is voor een groot deel gebaseerd op de beschrijving van dr. S. Kooijman (beschrijvingskaart).<BR> De stevenversiering is uit één stuk hout gemaakt.<BR> Hij bestaat uit een achterstuk met twee v-vormig ten opzichte van elkaar geplaatste planken, en een massief voorstuk dat boegvormig omhoogloopt.<BR> Aan de bovenkant van de voorzijde krult het voorstuk naar achteren om.<BR> Achter deze krul komen uit het voorstuk nog drie naar achteren omgekrulde uitsteeksels omhoog.<BR> Deze zijn zowel onderling als met de voorste krul verbonden.<BR> Op de drie achterste krullen is een op haar rug liggende vrouwenfiguur afgebeeld.<BR> Haar knieën zijn opgetrokken en zij heeft de handen op haar dijen.<BR> Vóór aan de boeg zitten nog de romp en poten van een hagedisachtig dier; kop en staart zijn helaas afgebroken.<BR> Achter de laatste krul is nog een, min of meer, neusvormig uitsteeksel.<BR> Daaronder is, aan weerszijden van het voorwerp, een kegelvormig toelopend uitsteeksel aangebracht dat dwars uitsteekt.<BR> Eveneens aan beide kanten zijn op overeenkomstige plaatsen telkens dezelfde, merendeels geometrische, versieringen aangebracht.<BR> Op het voorstuk zijn en reliëf mens- of hagedisachtige figuren uitgebeeld.<BR> Zij zijn door middel van spiralen, die van de armen en benen uitgaan, met elkaar verbonden.<BR> Op het achterstuk staan verticale reeksen van figuren, die het best kunnen worden omschreven als een onderbroken (of nog niet voltooide) meander-lijn.<BR> Daarnaast is een rij van onder elkaar geplaatste, lancetvormige (visachtige?) figuren zichtbaar.<BR> De zwarte, rode en witte kleurstof waarmee de steven oorspronkelijk was beschilderd is nog ten dele aanwezig.<BR> <BR> De kuststrook in het noorden die zich uitstrekt van Wakde-Yamna in het westen tot aan Aitape in het oosten (voorbij de grens met Papoea Nieuw-Guinea) kan zeer globaal als een stijlregio worden beschouwd.<BR> Deze stijlregio kan weer onderverdeeld worden in drie hoofdstijlgebieden: Wakde-Yamna, Humboldtbaai en Sentaimeer.<BR> Een belangrijk aspect van de kunst van de noordkust wordt gevormd door houtsnijwerk dat toegepast wordt op zeewaardige zowel als kustprauwen. <BR> Voor- en achterstevens hebben een uitgesneden versiering, vaak bestaande uit een combinatie van mensenkopjes, vogel- en visfiguren.<BR> Drie verschillende typen prauwversiering kunnen worden onderscheiden:<BR> (a) voornamelijk een verticale spijl met twee horizontale dwarsspijlen;<BR> (b) S-vormig;<BR> (c) een horizontale Y- of V-vormige structuur.<BR> Van dit laatste type zien wij hier een voorbeeld.<BR> Deze stijlvorm is typisch voor de voor de kust gelegen eilanden Wakde en Yamna en het aangrenzende kustgebied. <BR> De buisplanken van de prauw kwamen aan de voor- en achtersteven bij elkaar in een V-vorm. De hierbij passende V-vorm van de prauwstevenversiering werd hier dan overheen geschoven en er aan vastgebonden met een rotan verbinding. Op die manier droeg een dergelijke prauwstevenversiering bij aan de stevigheid en veiligheid van het vaartuig (Kooijman and Hoogerbrugge 1992:59). <BR> <BR> Aangenomen wordt dat deze prauwstevenversiering afkomstig is van het eiland- of kustgebied van Yamna tot Walckenaersbaai. <BR> De oorspronkelijke herkomstopgave "Schouten eilanden, Sowèk", moet in zoverre onjuist zijn, dat het voorwerp daarheen moet zijn gebracht.<BR> De motieven zijn vermoedelijk geassocieerd met bepaalde bovennnatuurlijke wezens of mythische voorouders.<BR> Waarschijnlijk hebben sommige motieven iets te maken met de visvangst en dragen andere bij aan de veiligheid van prauw en bemanning.<BR> Deze nam namelijke een prominente plaats in bij de voedselvoorziening in dit eiland- en kustgebied.<BR> HI en DS 1999

Prow ornament for an outrigger canoe

Deze beschrijving is voor een groot deel gebaseerd op de beschrijving van dr. S. Kooijman (beschrijvingskaart).<BR> De stevenversiering is uit één stuk hout gemaakt.<BR> Hij bestaat uit een achterstuk met twee v-vormig ten opzichte van elkaar geplaatste planken, en een massief voorstuk dat boegvormig omhoogloopt.<BR> Aan de bovenkant van de voorzijde krult het voorstuk naar achteren om.<BR> Achter deze krul komen uit het voorstuk nog drie naar achteren omgekrulde uitsteeksels omhoog.<BR> Deze zijn zowel onderling als met de voorste krul verbonden.<BR> Op de drie achterste krullen is een op haar rug liggende vrouwenfiguur afgebeeld.<BR> Haar knieën zijn opgetrokken en zij heeft de handen op haar dijen.<BR> Vóór aan de boeg zitten nog de romp en poten van een hagedisachtig dier; kop en staart zijn helaas afgebroken.<BR> Achter de laatste krul is nog een, min of meer, neusvormig uitsteeksel.<BR> Daaronder is, aan weerszijden van het voorwerp, een kegelvormig toelopend uitsteeksel aangebracht dat dwars uitsteekt.<BR> Eveneens aan beide kanten zijn op overeenkomstige plaatsen telkens dezelfde, merendeels geometrische, versieringen aangebracht.<BR> Op het voorstuk zijn en reliëf mens- of hagedisachtige figuren uitgebeeld.<BR> Zij zijn door middel van spiralen, die van de armen en benen uitgaan, met elkaar verbonden.<BR> Op het achterstuk staan verticale reeksen van figuren, die het best kunnen worden omschreven als een onderbroken (of nog niet voltooide) meander-lijn.<BR> Daarnaast is een rij van onder elkaar geplaatste, lancetvormige (visachtige?) figuren zichtbaar.<BR> De zwarte, rode en witte kleurstof waarmee de steven oorspronkelijk was beschilderd is nog ten dele aanwezig.<BR> <BR> De kuststrook in het noorden die zich uitstrekt van Wakde-Yamna in het westen tot aan Aitape in het oosten (voorbij de grens met Papoea Nieuw-Guinea) kan zeer globaal als een stijlregio worden beschouwd.<BR> Deze stijlregio kan weer onderverdeeld worden in drie hoofdstijlgebieden: Wakde-Yamna, Humboldtbaai en Sentaimeer.<BR> Een belangrijk aspect van de kunst van de noordkust wordt gevormd door houtsnijwerk dat toegepast wordt op zeewaardige zowel als kustprauwen. <BR> Voor- en achterstevens hebben een uitgesneden versiering, vaak bestaande uit een combinatie van mensenkopjes, vogel- en visfiguren.<BR> Drie verschillende typen prauwversiering kunnen worden onderscheiden:<BR> (a) voornamelijk een verticale spijl met twee horizontale dwarsspijlen;<BR> (b) S-vormig;<BR> (c) een horizontale Y- of V-vormige structuur.<BR> Van dit laatste type zien wij hier een voorbeeld.<BR> Deze stijlvorm is typisch voor de voor de kust gelegen eilanden Wakde en Yamna en het aangrenzende kustgebied. <BR> De buisplanken van de prauw kwamen aan de voor- en achtersteven bij elkaar in een V-vorm. De hierbij passende V-vorm van de prauwstevenversiering werd hier dan overheen geschoven en er aan vastgebonden met een rotan verbinding. Op die manier droeg een dergelijke prauwstevenversiering bij aan de stevigheid en veiligheid van het vaartuig (Kooijman and Hoogerbrugge 1992:59). <BR> <BR> Aangenomen wordt dat deze prauwstevenversiering afkomstig is van het eiland- of kustgebied van Yamna tot Walckenaersbaai. <BR> De oorspronkelijke herkomstopgave "Schouten eilanden, Sowèk", moet in zoverre onjuist zijn, dat het voorwerp daarheen moet zijn gebracht.<BR> De motieven zijn vermoedelijk geassocieerd met bepaalde bovennnatuurlijke wezens of mythische voorouders.<BR> Waarschijnlijk hebben sommige motieven iets te maken met de visvangst en dragen andere bij aan de veiligheid van prauw en bemanning.<BR> Deze nam namelijke een prominente plaats in bij de voedselvoorziening in dit eiland- en kustgebied.<BR> HI en DS 1999