Bekroning van een daknok van een ceremonieel mannenhuis

Het beeld is gesneden uit één stuk hout.<BR> Het bestaat uit een halve mensfiguur, waarvan het alleen het bovenlichaam is uitgesneden, op een kegelvormig gedeelte zonder versierend houtsnijwerk.<BR> De mensfiguur draagt een groot, helmvormig hoofddeksel.<BR> De ogen zijn cirkelvormig, de langwerpige en doorboorde oren staan dwars op het gelaat, de gebogen neus heeft een doorboord tussenschot, in de wijd geopende ovaalvormige mond zijn twee rijen gepunte tanden zichtbaar.<BR> Het lijf is zeer kort; cirkelvormige tepels en navel zijn aangeduid.<BR> De gebogen armen zijn langs het lichaam geheven.<BR> De handen met de puntige vingers komen onder de borst naar elkaar toe, tot aan de navel.<BR> Het onderste deel van het beeld loopt kegelvormig uit en is van binnen uitgehold.<BR> Het geheel is wit, rood en zwart geverfd.<BR> <BR> Een dergelijk beeld kon ter hoogte van de nok van een ceremonieel mannenhuis worden aangebracht.<BR> Men beweerde dat het er door de geesten zelf geplaatst was.<BR> Daarmee vormde deze daknokbekroning een sterk teken aan de vrouwen; het maakte hen duidelijk dat zij het mannenhuis niet mochten betreden.<BR> Verdere specifieke informatie omtrent dit beeld ontbreekt.<BR> Vermoedelijk vormt deze figuur een belangrijk bovennatuurlijk wezen, mogelijk zelfs de mythische stichter van het betreffende ceremoniële mannenhuis en de ermee geassocieerde groep.<BR> Van dergelijke daknokbekroningen zijn nauwelijks enige exemplaren bewaard gebleven.<BR> Dit stuk is derhalve uitermate zeldzaam.<BR> HI en DS 1999.<BR>

Bekroning van een daknok van een ceremonieel mannenhuis

Het beeld is gesneden uit één stuk hout.<BR> Het bestaat uit een halve mensfiguur, waarvan het alleen het bovenlichaam is uitgesneden, op een kegelvormig gedeelte zonder versierend houtsnijwerk.<BR> De mensfiguur draagt een groot, helmvormig hoofddeksel.<BR> De ogen zijn cirkelvormig, de langwerpige en doorboorde oren staan dwars op het gelaat, de gebogen neus heeft een doorboord tussenschot, in de wijd geopende ovaalvormige mond zijn twee rijen gepunte tanden zichtbaar.<BR> Het lijf is zeer kort; cirkelvormige tepels en navel zijn aangeduid.<BR> De gebogen armen zijn langs het lichaam geheven.<BR> De handen met de puntige vingers komen onder de borst naar elkaar toe, tot aan de navel.<BR> Het onderste deel van het beeld loopt kegelvormig uit en is van binnen uitgehold.<BR> Het geheel is wit, rood en zwart geverfd.<BR> <BR> Een dergelijk beeld kon ter hoogte van de nok van een ceremonieel mannenhuis worden aangebracht.<BR> Men beweerde dat het er door de geesten zelf geplaatst was.<BR> Daarmee vormde deze daknokbekroning een sterk teken aan de vrouwen; het maakte hen duidelijk dat zij het mannenhuis niet mochten betreden.<BR> Verdere specifieke informatie omtrent dit beeld ontbreekt.<BR> Vermoedelijk vormt deze figuur een belangrijk bovennatuurlijk wezen, mogelijk zelfs de mythische stichter van het betreffende ceremoniële mannenhuis en de ermee geassocieerde groep.<BR> Van dergelijke daknokbekroningen zijn nauwelijks enige exemplaren bewaard gebleven.<BR> Dit stuk is derhalve uitermate zeldzaam.<BR> HI en DS 1999.<BR>