Netgewicht

Stenen van deze vorm worden over het gehele Noord- Amerikaanse werelddeel regelmatig gevonden, vooral in groepen, en gewoonlijk worden ze geïnterpreteerd als netgewichten. Het zijn over het algemeen keien met een natuurlijke platte, langwerpig ronde of ovale vorm, die aan de langere zijden voorzien zijn van ondiepe inkepingen. Deze zijn erin geklopt met een hamersteen en dienen letterlijk als aanknopingspunt voor de uiteindes van visnetten. Zonder verzwaring blijft een net drijven en dan vang je niet zoveel, zeker omdat het hierbij meestal gaat om werpnetten. Deze meestal ronde netten met dit soort gewichten op regelmatige afstanden langs de rand, worden (ook nu nog) uitgegooid over het water vanaf de kant of vanuit een boot, op een manier dat het net zich in de lucht over zijn volle oppervlakte uitspreidt. Het komt op het water terecht en zinkt. Bij het terug optrekken van het net met een lijn die de visser in zijn hand houdt sluit het net zich en zo worden vissen gevangen.<BR> Stenen voor het verzwaren van netten moeten niet verward worden met ankerstenen. Ten eerste zijn deze veel groter, en dat moet ook wel, maar blijkbaar is de consensus onder archeologen dat het definitieve onderscheid bestaat uit het feit dat netverzwaringsstenen inkepingen hebben om een touw eromheen op de plaats te houden, terwijl ankerstenen een doorboring hebben waardoorheen een lus loopt. <BR> Charles Miles bepleit in zijn boek Indian & Eskimo Artifacts of North America dat stenen bewerkt tot deze “8”-vorm misschien (mede) bedoeld waren als knots aan een gevlochten leren lus, of deel van een bolas. Een knots aan een koord of lus heeft als voordeel over zijn aan een schacht bevestigde tegenhanger dat het scharniert. Dat genereert extra slagkracht (een steen aan een stok is slechts een verlengde van de arm die tijdens een slag kracht verzamelt door een draaibeweging rond de gewrichten van schouder, elleboog en pols. Een steen aan een koord is dat ook maar maakt daarbovenop nog zijn eigen, extra draaibeweging rond de hand, met meer energie achter de klap als gevolg – vergelijkbaar met de functie van de atlatl) en kan bovendien minder makkelijk gepareerd worden met een ander wapen, omdat een touw hier omheen scharniert in plaats van dat het erdoor wordt tegengehouden. Een bolas is een zelfde soort instrument, gemaakt van een aantal kleinere keien (het soort dat men netgewichten noemt, dus, volgens Miles) aan leren koorden waarvan de uiteindes tot een flexibel handvat zijn gevlochten of gebonden. Met dit handvat worden de bolas-stenen rondgezwaaid boven het hoofd om snelheid te genereren, en vervolgens naar een prooi geworden. Dit zou vooral effectief zijn tegen vogelzwermen (wat ik me inderdaad zo kan voorstellen). De bolas is dus een soort samengestelde, meerkoppige werpknots. De reden dat we dit niet weten, aldus deheer Miles, is dat de leren stroken vergaan zijn waar de stenen wel worden terug gevonden, waardoor deze technieken wellicht veel vaker gebruikt waren dan dat wij ons bewust van zijn. <BR>

Netgewicht

Stenen van deze vorm worden over het gehele Noord- Amerikaanse werelddeel regelmatig gevonden, vooral in groepen, en gewoonlijk worden ze geïnterpreteerd als netgewichten. Het zijn over het algemeen keien met een natuurlijke platte, langwerpig ronde of ovale vorm, die aan de langere zijden voorzien zijn van ondiepe inkepingen. Deze zijn erin geklopt met een hamersteen en dienen letterlijk als aanknopingspunt voor de uiteindes van visnetten. Zonder verzwaring blijft een net drijven en dan vang je niet zoveel, zeker omdat het hierbij meestal gaat om werpnetten. Deze meestal ronde netten met dit soort gewichten op regelmatige afstanden langs de rand, worden (ook nu nog) uitgegooid over het water vanaf de kant of vanuit een boot, op een manier dat het net zich in de lucht over zijn volle oppervlakte uitspreidt. Het komt op het water terecht en zinkt. Bij het terug optrekken van het net met een lijn die de visser in zijn hand houdt sluit het net zich en zo worden vissen gevangen.<BR> Stenen voor het verzwaren van netten moeten niet verward worden met ankerstenen. Ten eerste zijn deze veel groter, en dat moet ook wel, maar blijkbaar is de consensus onder archeologen dat het definitieve onderscheid bestaat uit het feit dat netverzwaringsstenen inkepingen hebben om een touw eromheen op de plaats te houden, terwijl ankerstenen een doorboring hebben waardoorheen een lus loopt. <BR> Charles Miles bepleit in zijn boek Indian & Eskimo Artifacts of North America dat stenen bewerkt tot deze “8”-vorm misschien (mede) bedoeld waren als knots aan een gevlochten leren lus, of deel van een bolas. Een knots aan een koord of lus heeft als voordeel over zijn aan een schacht bevestigde tegenhanger dat het scharniert. Dat genereert extra slagkracht (een steen aan een stok is slechts een verlengde van de arm die tijdens een slag kracht verzamelt door een draaibeweging rond de gewrichten van schouder, elleboog en pols. Een steen aan een koord is dat ook maar maakt daarbovenop nog zijn eigen, extra draaibeweging rond de hand, met meer energie achter de klap als gevolg – vergelijkbaar met de functie van de atlatl) en kan bovendien minder makkelijk gepareerd worden met een ander wapen, omdat een touw hier omheen scharniert in plaats van dat het erdoor wordt tegengehouden. Een bolas is een zelfde soort instrument, gemaakt van een aantal kleinere keien (het soort dat men netgewichten noemt, dus, volgens Miles) aan leren koorden waarvan de uiteindes tot een flexibel handvat zijn gevlochten of gebonden. Met dit handvat worden de bolas-stenen rondgezwaaid boven het hoofd om snelheid te genereren, en vervolgens naar een prooi geworden. Dit zou vooral effectief zijn tegen vogelzwermen (wat ik me inderdaad zo kan voorstellen). De bolas is dus een soort samengestelde, meerkoppige werpknots. De reden dat we dit niet weten, aldus deheer Miles, is dat de leren stroken vergaan zijn waar de stenen wel worden terug gevonden, waardoor deze technieken wellicht veel vaker gebruikt waren dan dat wij ons bewust van zijn. <BR>