Bijl vervaardigd uit een gewei

Deze bijl is vervaardigd uit een stuk gewei, ogenschijnlijk geen voor de hand liggend materiaal om bomen mee te kappen. De meeste bijlen en dissels worden dan ook van steen gemaakt. Maar waar steen een bros materiaal is dat makkelijk breekt, is gewei veel taaier en flexibeler, en kan het een harde klap beter opvangen. <BR> Gewei werd van tevoren geweekt in water of boven stoom om bewerking te vergemakkelijken. Te zien aan het oppervlak, die de poreuze binnenste structuur van een hertengewei laat zien, is het materiaal eerst in tweeën gespleten, waarschijnlijk met een dissel of beitel en hamersteen, en daarna aan de breedste rand aangeslepen op een schuursteen. Feitelijk is dat alle bewerking die nodig is om een bijlblad uit gewei te vervaardigen, wat het een stuk eenvoudiger maakt om te fabriceren dan een stenen exemplaar, dat urenlang moeizaam in vorm geklopt, geschuurd en gepolijst moet worden. De reden dat we vandaag de dag weinig bijlbladen van gewei in het archeologisch record terugvinden heeft zeker te maken met het feit dat gewei biologisch afbreekbaar is, maar wellicht was het toch ook lastiger om ermee door hout te komen dan met steen. Het kan ook zijn dat deze bijl een puur ceremoniële rol vervulde, zoals de enorme, 45 cm. lange bijlkop van gewei die is gevonden in Denemarken, ware het niet dat de Fort Ancient-cultuur een egalitaire samenleving was zonder klassen of erfelijke machtsposities. Dit betekent nog niet dat er geen leiderfiguren bestonden; de dagelijkse leiding over groepstaken werd waarschijnlijk op zich genomen door de als meest bekwaam beschouwde persoon voor die bewuste taak.<BR> Het valt op dat alleen de ruwe, gegroefde binnenkant van het oorspronkelijke gewei over is; de cortex ofwel de massievere buitenlaag die eromheen zichtbaar hoort te zijn is verwijderd, behalve aan de werkrand, die juist bestaat uit aangescherpte cortex. De werkrand moet ook niet al te poreus zijn aangezien hiermee de klappen worden opgevangen en Aan de breedte die overblijft zonder deze cortex, kunnen we ervan uitgaan dat het hier een kleinere hertensoort betreft dan de wapiti (Amerikaans soort edelhert), die een veel dikkere cortex hebben en een kleine kern van het poreuze materiaal dan hier te zien is. De breedte van het voorwerp laat zien dat het originele geweisegment dicht tegen de schedel aanlag. De onderkant lijkt een breuk te vertonen, wat misschien deels het ontbreken van cortex verklaart. Als het hier inderdaad gaat om een breuk dan zal dat niet de functionaliteit maar wel de schachting hebben beïnvloed, tenzij het pas tijdens of na depositie optrad. <BR>

Bijl vervaardigd uit een gewei

Deze bijl is vervaardigd uit een stuk gewei, ogenschijnlijk geen voor de hand liggend materiaal om bomen mee te kappen. De meeste bijlen en dissels worden dan ook van steen gemaakt. Maar waar steen een bros materiaal is dat makkelijk breekt, is gewei veel taaier en flexibeler, en kan het een harde klap beter opvangen. <BR> Gewei werd van tevoren geweekt in water of boven stoom om bewerking te vergemakkelijken. Te zien aan het oppervlak, die de poreuze binnenste structuur van een hertengewei laat zien, is het materiaal eerst in tweeën gespleten, waarschijnlijk met een dissel of beitel en hamersteen, en daarna aan de breedste rand aangeslepen op een schuursteen. Feitelijk is dat alle bewerking die nodig is om een bijlblad uit gewei te vervaardigen, wat het een stuk eenvoudiger maakt om te fabriceren dan een stenen exemplaar, dat urenlang moeizaam in vorm geklopt, geschuurd en gepolijst moet worden. De reden dat we vandaag de dag weinig bijlbladen van gewei in het archeologisch record terugvinden heeft zeker te maken met het feit dat gewei biologisch afbreekbaar is, maar wellicht was het toch ook lastiger om ermee door hout te komen dan met steen. Het kan ook zijn dat deze bijl een puur ceremoniële rol vervulde, zoals de enorme, 45 cm. lange bijlkop van gewei die is gevonden in Denemarken, ware het niet dat de Fort Ancient-cultuur een egalitaire samenleving was zonder klassen of erfelijke machtsposities. Dit betekent nog niet dat er geen leiderfiguren bestonden; de dagelijkse leiding over groepstaken werd waarschijnlijk op zich genomen door de als meest bekwaam beschouwde persoon voor die bewuste taak.<BR> Het valt op dat alleen de ruwe, gegroefde binnenkant van het oorspronkelijke gewei over is; de cortex ofwel de massievere buitenlaag die eromheen zichtbaar hoort te zijn is verwijderd, behalve aan de werkrand, die juist bestaat uit aangescherpte cortex. De werkrand moet ook niet al te poreus zijn aangezien hiermee de klappen worden opgevangen en Aan de breedte die overblijft zonder deze cortex, kunnen we ervan uitgaan dat het hier een kleinere hertensoort betreft dan de wapiti (Amerikaans soort edelhert), die een veel dikkere cortex hebben en een kleine kern van het poreuze materiaal dan hier te zien is. De breedte van het voorwerp laat zien dat het originele geweisegment dicht tegen de schedel aanlag. De onderkant lijkt een breuk te vertonen, wat misschien deels het ontbreken van cortex verklaart. Als het hier inderdaad gaat om een breuk dan zal dat niet de functionaliteit maar wel de schachting hebben beïnvloed, tenzij het pas tijdens of na depositie optrad. <BR>