Benen speld of priem

Deze drie voorwerpen, waarschijnlijk beenderen afkomstig uit een vogelpoot, waaronder een tibiotarsus (midden, met het natuurlijke gat), zijn met een schuursteen tot een scherpe punt geslepen. Waarschijnlijk zijn de beenderen daarvoor met een zware steen ruw doormidden gespleten, waardoor zich vaak al een puntig uiteinde vormt en je uit één bot twee werktuigen kan vervaardigen. Waarschijnlijk deden ze dienst als priemen. Een priem is een eenvoudig en zeer wijd inzetbaar doorboringswerktuig, te gebruiken voor zachtere materialen dan een boor. Mede daarom zijn priemen vaker dan boren vervaardigd uit bot of gewei in plaats van steen. Een andere reden is dat been veel gemakkelijker tot een smalle punt bewerkt kan worden. Verschillende dierenbotten hebben van zichzelf al een dunne, puntige vorm. Deze hoeven dan eigenlijk alleen aangeslepen te worden. Ook botsplinters zijn vaak au naturel als priemen inzetbaar. Kort gezegd is dit type gereedschap zeer gemakkelijk te vervaardigen en voor een grote verscheidenheid aan functies te gebruiken. Elk karwei waarbij geprikt, doorboord, gepeuterd, of op een zeer precieze plek druk uitgeoefend moest worden kon ermee worden gedaan. Ongewervelde diertjes voor voedsel of als aas voor de visvangst konden ermee uit hun schuilplaats, of in het geval van slakken, uit hun huisjes gepeuterd worden, en eetbare en voedzame boombast en beendermerg was er ook mee te bereiken. <BR> Gezien de smalheid en scherpte van deze exemplaren is het ook mogelijk dat ze als speld bedoeld waren, voor het op de plaats houden van huiden bij het fabriceren van kleding of dekens, of voor het vastzetten van een omslagdoek of mantel. Ook werden spelden als versiering in het haar gedragen.<BR>

Benen speld of priem

Deze drie voorwerpen, waarschijnlijk beenderen afkomstig uit een vogelpoot, waaronder een tibiotarsus (midden, met het natuurlijke gat), zijn met een schuursteen tot een scherpe punt geslepen. Waarschijnlijk zijn de beenderen daarvoor met een zware steen ruw doormidden gespleten, waardoor zich vaak al een puntig uiteinde vormt en je uit één bot twee werktuigen kan vervaardigen. Waarschijnlijk deden ze dienst als priemen. Een priem is een eenvoudig en zeer wijd inzetbaar doorboringswerktuig, te gebruiken voor zachtere materialen dan een boor. Mede daarom zijn priemen vaker dan boren vervaardigd uit bot of gewei in plaats van steen. Een andere reden is dat been veel gemakkelijker tot een smalle punt bewerkt kan worden. Verschillende dierenbotten hebben van zichzelf al een dunne, puntige vorm. Deze hoeven dan eigenlijk alleen aangeslepen te worden. Ook botsplinters zijn vaak au naturel als priemen inzetbaar. Kort gezegd is dit type gereedschap zeer gemakkelijk te vervaardigen en voor een grote verscheidenheid aan functies te gebruiken. Elk karwei waarbij geprikt, doorboord, gepeuterd, of op een zeer precieze plek druk uitgeoefend moest worden kon ermee worden gedaan. Ongewervelde diertjes voor voedsel of als aas voor de visvangst konden ermee uit hun schuilplaats, of in het geval van slakken, uit hun huisjes gepeuterd worden, en eetbare en voedzame boombast en beendermerg was er ook mee te bereiken. <BR> Gezien de smalheid en scherpte van deze exemplaren is het ook mogelijk dat ze als speld bedoeld waren, voor het op de plaats houden van huiden bij het fabriceren van kleding of dekens, of voor het vastzetten van een omslagdoek of mantel. Ook werden spelden als versiering in het haar gedragen.<BR>