Rammelaar gemaakt van kalebas

Dit object werd door de piai gebruikt. Het is gemaakt van een kalebas die doorboord wordt op de plek waar bij aan de boom heeft vastgezeten en de daartegenover zijnde plek. De vrucht wordt gekookt waarna het vruchtvlees wordt verwijderd met behulp van een stokje. Ook worden er scherven in de vrucht gedaan om het vruchtvlees van binnen te verwijderen. De schil van de kalebas is afgeschuurd, waarna het bruin is geverfd. De kalebasschil is aan vier zijden doorsneden. Twee staan vertikaal en twee horizontaal. De doorsnijdingen kunnen zoals in dit geval ook verdubbeld zijn. Soms maakt men gaatjes aan het uiteinde van de doorsnijdingen. Aan elk einde zijn drie gaatjes, en in het midden staan aan weerskanten elk twee gaatjes. De steel van de ratel wordt normaal gesproken gemaakt van sipo hout. Het handvat is zo bewerkt dat het een lichte buiging naar het midden bevat. Het bovenstuk loopt in een punt toe. Dit soort ratelaars wordt normaal gesproken vastgezet met een katoenen snoer die men boven en onder de kalebas bevestigd aan de steel, waarna het snoer over de kalebas zelf loopt. Deze kalebas heeft geen kantoenen snoer. Verder bevinden zich witte steentjes in de maraca die men heeft verzameld uit de rivier. Deze steentjes hebben de opdracht gekregen van de watergeesten om de sjamaan te helpen. Ook wordt gedacht dat deze steentjes zich kunnen vermenigvuldigen in de rammelaar. Verder worden ook de zaden van de koningsbloem in de rammelaar gedaan. Vroeger waren deze zaden bedoeld voor de rammelaars voor kinderen, nu worden ze ook gebruikt door de sjamaan. De maraca wordt vaak beschilderd. Dit wordt gedaan door de vrouwen, de decoratie lijkt dan ook op de decoratie die zich bevindt op het aardewerk. De versieringen zijn met zwarte verf aangebracht.

Rammelaar gemaakt van kalebas

Dit object werd door de piai gebruikt. Het is gemaakt van een kalebas die doorboord wordt op de plek waar bij aan de boom heeft vastgezeten en de daartegenover zijnde plek. De vrucht wordt gekookt waarna het vruchtvlees wordt verwijderd met behulp van een stokje. Ook worden er scherven in de vrucht gedaan om het vruchtvlees van binnen te verwijderen. De schil van de kalebas is afgeschuurd, waarna het bruin is geverfd. De kalebasschil is aan vier zijden doorsneden. Twee staan vertikaal en twee horizontaal. De doorsnijdingen kunnen zoals in dit geval ook verdubbeld zijn. Soms maakt men gaatjes aan het uiteinde van de doorsnijdingen. Aan elk einde zijn drie gaatjes, en in het midden staan aan weerskanten elk twee gaatjes. De steel van de ratel wordt normaal gesproken gemaakt van sipo hout. Het handvat is zo bewerkt dat het een lichte buiging naar het midden bevat. Het bovenstuk loopt in een punt toe. Dit soort ratelaars wordt normaal gesproken vastgezet met een katoenen snoer die men boven en onder de kalebas bevestigd aan de steel, waarna het snoer over de kalebas zelf loopt. Deze kalebas heeft geen kantoenen snoer. Verder bevinden zich witte steentjes in de maraca die men heeft verzameld uit de rivier. Deze steentjes hebben de opdracht gekregen van de watergeesten om de sjamaan te helpen. Ook wordt gedacht dat deze steentjes zich kunnen vermenigvuldigen in de rammelaar. Verder worden ook de zaden van de koningsbloem in de rammelaar gedaan. Vroeger waren deze zaden bedoeld voor de rammelaars voor kinderen, nu worden ze ook gebruikt door de sjamaan. De maraca wordt vaak beschilderd. Dit wordt gedaan door de vrouwen, de decoratie lijkt dan ook op de decoratie die zich bevindt op het aardewerk. De versieringen zijn met zwarte verf aangebracht.