Model van een cassavepers

buis gevlochten van warimbo riet; overal even breed; zowel aan het open als aan gesloten einde een lus. Met de opening naar boven wordt de matapi opgehangen en volgestopt met het afraspel van de wortels der manioc of cassave plant (Jatropha Manihot Linaeus). vervolgens wordt door de lus aan den onderkant een stok gestoken; met behulp van dezen wordt de matapi zoveel mogelijk uitgerekt, waardoor de inhoud wordt uitgeperst. Het sap wordt in een pot opgevangen en gekookt waardoor het zijn vergiftige eigenschappen verliest. Het droge raspel wordt als meel gebruikt of men bakt er koeken van. Het gekookte sap (Cassiripo, Cassaripo) wordt als kruiderij bij vlees of ander voedsel gegeten.<BR> De persen die de bevolking zelf gebruikt zijn veel groter.<BR> <BR> Cassave vormt het hoofdbestanddeel van de voeding van de Surinaamse inheemse bevolking. Het wordt vaak de tropische aardappel genoemd. Cassave is een voedzame wortel die, oorspronkelijk uit Brazilië en Paraguay komt, en nu in grote hoeveelheden in de Zuid-Amerikaanse tropische laaglanden voorkomt. Cassave wordt geteeld voor zijn wortels. <BR> De wortels worden geschild en vervolgens geraspt, gekookt, gebakken of gefrituurd. Cassave kan niet ongekookt gegeten worden vanwege de aanwezigheid van het giftige blauwzuur. Door het koken wordt de hoeveelheid blauwzuur gereduceerd totdat het geen kwaad meer kan. <BR> Het raspen gebeurt op een stuk steen of een blikken rasp. Het raspsel wordt geperst in een cassavepers. Deze pers bestaat uit een lange buis van vlechtwerk met lussen aan het uiteinde. Het raspsel wordt in deze buis gestopt waarna de buis uitgerekt wordt. De buis is zodanig gevlochten dat bij het uitrekken van de buis tegelijkertijd de buis dunner wordt. Op deze manier wordt het raspsel geperst. Het meel wat overblijft wordt gezeefd en daarna worden er koeken van gebakken. Om de koeken langer te kunnen bewaren worden ze in de zon gedroogd. <BR>

Model van een cassavepers

buis gevlochten van warimbo riet; overal even breed; zowel aan het open als aan gesloten einde een lus. Met de opening naar boven wordt de matapi opgehangen en volgestopt met het afraspel van de wortels der manioc of cassave plant (Jatropha Manihot Linaeus). vervolgens wordt door de lus aan den onderkant een stok gestoken; met behulp van dezen wordt de matapi zoveel mogelijk uitgerekt, waardoor de inhoud wordt uitgeperst. Het sap wordt in een pot opgevangen en gekookt waardoor het zijn vergiftige eigenschappen verliest. Het droge raspel wordt als meel gebruikt of men bakt er koeken van. Het gekookte sap (Cassiripo, Cassaripo) wordt als kruiderij bij vlees of ander voedsel gegeten.<BR> De persen die de bevolking zelf gebruikt zijn veel groter.<BR> <BR> Cassave vormt het hoofdbestanddeel van de voeding van de Surinaamse inheemse bevolking. Het wordt vaak de tropische aardappel genoemd. Cassave is een voedzame wortel die, oorspronkelijk uit Brazilië en Paraguay komt, en nu in grote hoeveelheden in de Zuid-Amerikaanse tropische laaglanden voorkomt. Cassave wordt geteeld voor zijn wortels. <BR> De wortels worden geschild en vervolgens geraspt, gekookt, gebakken of gefrituurd. Cassave kan niet ongekookt gegeten worden vanwege de aanwezigheid van het giftige blauwzuur. Door het koken wordt de hoeveelheid blauwzuur gereduceerd totdat het geen kwaad meer kan. <BR> Het raspen gebeurt op een stuk steen of een blikken rasp. Het raspsel wordt geperst in een cassavepers. Deze pers bestaat uit een lange buis van vlechtwerk met lussen aan het uiteinde. Het raspsel wordt in deze buis gestopt waarna de buis uitgerekt wordt. De buis is zodanig gevlochten dat bij het uitrekken van de buis tegelijkertijd de buis dunner wordt. Op deze manier wordt het raspsel geperst. Het meel wat overblijft wordt gezeefd en daarna worden er koeken van gebakken. Om de koeken langer te kunnen bewaren worden ze in de zon gedroogd. <BR>