Haimatan

Bordendeksel (haimatan of hanematan) in de vorm van een lage, iets hol lopende driezijdige piramide. Deze vliegendeksel is gevlochten van lontarblad en gedecoreerd met geometrische figuren, die zijn gevormd door tussensteking van rode en zwarte repen. Aan de onderzijde is een verstevigingshoepel ingevlochten.<BR> <BR> Zie ook no. 1647-1188 en 1647-1188a.<BR> <BR> De algemene naam voor dergelijk vliegendeksels is tetudung of tudung (saji). Andere benamingen voor dit voorwerp zijn: Pasompo talang of patongko talang (Sulawesi), paganan (Lampung), sange (Aceh), tutubi (Buton), tudu saji (Maleis), tudung saji (Ambon), depuhu (Gorontalo en Limboto), samata (Masarete), haimatan (Weter, West-Timor), belatu (Alor), tonggo (Sumbawa), tawef (Doreh, voorm. Nieuw Guinea).<BR> <BR> Tudung saji is de naam die ook op Riau gebruikt werd voor vliegendeksels. Hierop waren in geel rood en zwart, motieven geschilderd met de namen bunga kundur of siku keluwang.<BR> <BR> Paganan was in Lampung een plat, vierkant stukje vlechtwerk van ongeveer 15x15 cm. in een bamboeraampje. Deze matjes werden gebruikt om servies even af te dekken en zo het geserveerde voedsel tegen vliegen te beschermen. Deze paganan zijn in verschillende patronen gevlochten.<BR> <BR> Sange was een in Aceh gebruikelijke benaming voor een vliegendeksel van pandan of nipahpalmblad.<BR> <BR> Patongko talang, ook wel pasompo bosara dienen om voedsel op grotere koperen presenteerbladen mee af te dekken. Deze hebben de vorm van een afgeknotte kegel, en zijn bovenop voorzien van een gevlochten knop. (Zuid Sulawesi, voormalige Oosterdistricten).<BR> <BR> Cicingkole, cakole of cakoleya, is een kegelvormig deksel, om voedsel mee af te dekken. Soms werd dit deksel boven wierook gehouden, om het die geur mee te geven. Vaak werd deze deksel gevlochten volgens de dichte drierichtingsmethode (timpalang), en versierd met extra tussen gestoken gekleurde repen. Volgens J.E. Jasper hoorde in Sinjai een dergelijk voorwerp tot de rijkssieraden.<BR> <BR> Haimatan is de naam voor een vliegendeksel, zoals die gebruikt werd op Weter en West-Timor. Haimatan zijn meestal veelkleurig gedecoreerd met geometrische figuren en afbeeldingen van paardachtige dieren en vogels. <BR> Vooral de haimatan afkomstig van Belu zijn zeer decoratief, deze zijn gevlochten van lontarblad in de drierichtingsmethode.<BR> <BR> Lampa en belatu zijn namen van vliegendeksels uit Alor. De lampa is een vierkante deksel zonder versiering, diagonaal, een over een gevlochten van lontarblad. De belatu is rond en gevlochten volgens de dichte drierichtingsmethode, en dient als deksel op een presenteerblad.<BR> <BR> Tonggo is op Sumbawa de benaming voor vliegendeksels met een afgeknotte kegelvorm. Tonggo voor sultans en prinsen werden met fluweel en zilverdraad versierd. De tonggo nae is een deksel bedoeld om rijst af te dekken. De tonggo ua is bedoeld om sirih af te dekken. <BR> <BR> De tawef is afkomstig uit Doreh, voormalig Nieuw Guinea. Deze deksel is gevlochten in de drierichtingsmethode, van lontar, en was voornamelijk bij feesten in gebruik. De deksel is terrasgewijs opgebouwd en versierd met tussen gestoken rode en zwarte repen.<BR> <BR> Patongko Mandara, is de naam van een etensdeksel uit Mandar, (Noordelijk deel van Zuid-Sulawesi). Deze deksel heeft de vorm van een van onder naar boven smaller toelopende cilinder, en enigszins hol lopende wand. Gemaakt van gekleurde en ongekleurde rumbiabladeren. Deze bladeren zijn niet gevlochten, maar op elkaar genaaid.<BR> <BR> Panamba heeft de vorm van een halve bol met een gevlochten knop. Doorgaans is een panamba groot genoeg om er een heel dienblad mee te bedekken. <BR> Een type panamba is gemaakt van gekleurde en ongekleurde kualbladrepen. Het geraamte is gemaakt van pandanblad, waar gekleurde kualrepen op zijn genaaid. Bij grotere exemplaren, is de wand meestal in drieën verdeeld, door twee ronde ongeveer 2 a 3 mm. hoge met zwarte repen omwikkelde rotan ringen. De ruimten hiertussen zijn belegd met verschillend gekleurde of ongekleurde kualbladrepen belegd. Hierop zijn versieringen genaaid vin de vorm van driehoekige figuren (tumpals).<BR> Een ander type panamba, is gemaakt volgend de gecompliceerde omslingeringsmethode.<BR> <BR> Depuhu (Gorontalo en Limboto), kan verschillende vormen hebben (vierkant, rond), en is gemaakt van op elkaar genaaid silarblad.<BR> <BR> Patongko Banjara, is de naam van een halve bolvormige etensdeksel uit Banjarmasin (Borneo), die is gemaakt van gekleurde en ongekleurde rumbiabladeren. Deze bladeren zijn niet gevlochten, maar op elkaar genaaid.<BR> <BR> Atorong palulu, deksel voor het toedekken van een servet (Zuid Sulawesi, voormalige Oosterdistricten).<BR> <BR> Patongko urieng is een deksel voor een rijstpot (urieng).<BR> <BR> Pasalakang is een eenvoudige van rotanstaven gemaakte deksel, die werd gebruikt om kleding in te leggen. Deze mand met kleding werd dan boven een wierookschaal gehouden om de kleding de geur ervan te laten opnemen.

Haimatan

Bordendeksel (haimatan of hanematan) in de vorm van een lage, iets hol lopende driezijdige piramide. Deze vliegendeksel is gevlochten van lontarblad en gedecoreerd met geometrische figuren, die zijn gevormd door tussensteking van rode en zwarte repen. Aan de onderzijde is een verstevigingshoepel ingevlochten.<BR> <BR> Zie ook no. 1647-1188 en 1647-1188a.<BR> <BR> De algemene naam voor dergelijk vliegendeksels is tetudung of tudung (saji). Andere benamingen voor dit voorwerp zijn: Pasompo talang of patongko talang (Sulawesi), paganan (Lampung), sange (Aceh), tutubi (Buton), tudu saji (Maleis), tudung saji (Ambon), depuhu (Gorontalo en Limboto), samata (Masarete), haimatan (Weter, West-Timor), belatu (Alor), tonggo (Sumbawa), tawef (Doreh, voorm. Nieuw Guinea).<BR> <BR> Tudung saji is de naam die ook op Riau gebruikt werd voor vliegendeksels. Hierop waren in geel rood en zwart, motieven geschilderd met de namen bunga kundur of siku keluwang.<BR> <BR> Paganan was in Lampung een plat, vierkant stukje vlechtwerk van ongeveer 15x15 cm. in een bamboeraampje. Deze matjes werden gebruikt om servies even af te dekken en zo het geserveerde voedsel tegen vliegen te beschermen. Deze paganan zijn in verschillende patronen gevlochten.<BR> <BR> Sange was een in Aceh gebruikelijke benaming voor een vliegendeksel van pandan of nipahpalmblad.<BR> <BR> Patongko talang, ook wel pasompo bosara dienen om voedsel op grotere koperen presenteerbladen mee af te dekken. Deze hebben de vorm van een afgeknotte kegel, en zijn bovenop voorzien van een gevlochten knop. (Zuid Sulawesi, voormalige Oosterdistricten).<BR> <BR> Cicingkole, cakole of cakoleya, is een kegelvormig deksel, om voedsel mee af te dekken. Soms werd dit deksel boven wierook gehouden, om het die geur mee te geven. Vaak werd deze deksel gevlochten volgens de dichte drierichtingsmethode (timpalang), en versierd met extra tussen gestoken gekleurde repen. Volgens J.E. Jasper hoorde in Sinjai een dergelijk voorwerp tot de rijkssieraden.<BR> <BR> Haimatan is de naam voor een vliegendeksel, zoals die gebruikt werd op Weter en West-Timor. Haimatan zijn meestal veelkleurig gedecoreerd met geometrische figuren en afbeeldingen van paardachtige dieren en vogels. <BR> Vooral de haimatan afkomstig van Belu zijn zeer decoratief, deze zijn gevlochten van lontarblad in de drierichtingsmethode.<BR> <BR> Lampa en belatu zijn namen van vliegendeksels uit Alor. De lampa is een vierkante deksel zonder versiering, diagonaal, een over een gevlochten van lontarblad. De belatu is rond en gevlochten volgens de dichte drierichtingsmethode, en dient als deksel op een presenteerblad.<BR> <BR> Tonggo is op Sumbawa de benaming voor vliegendeksels met een afgeknotte kegelvorm. Tonggo voor sultans en prinsen werden met fluweel en zilverdraad versierd. De tonggo nae is een deksel bedoeld om rijst af te dekken. De tonggo ua is bedoeld om sirih af te dekken. <BR> <BR> De tawef is afkomstig uit Doreh, voormalig Nieuw Guinea. Deze deksel is gevlochten in de drierichtingsmethode, van lontar, en was voornamelijk bij feesten in gebruik. De deksel is terrasgewijs opgebouwd en versierd met tussen gestoken rode en zwarte repen.<BR> <BR> Patongko Mandara, is de naam van een etensdeksel uit Mandar, (Noordelijk deel van Zuid-Sulawesi). Deze deksel heeft de vorm van een van onder naar boven smaller toelopende cilinder, en enigszins hol lopende wand. Gemaakt van gekleurde en ongekleurde rumbiabladeren. Deze bladeren zijn niet gevlochten, maar op elkaar genaaid.<BR> <BR> Panamba heeft de vorm van een halve bol met een gevlochten knop. Doorgaans is een panamba groot genoeg om er een heel dienblad mee te bedekken. <BR> Een type panamba is gemaakt van gekleurde en ongekleurde kualbladrepen. Het geraamte is gemaakt van pandanblad, waar gekleurde kualrepen op zijn genaaid. Bij grotere exemplaren, is de wand meestal in drieën verdeeld, door twee ronde ongeveer 2 a 3 mm. hoge met zwarte repen omwikkelde rotan ringen. De ruimten hiertussen zijn belegd met verschillend gekleurde of ongekleurde kualbladrepen belegd. Hierop zijn versieringen genaaid vin de vorm van driehoekige figuren (tumpals).<BR> Een ander type panamba, is gemaakt volgend de gecompliceerde omslingeringsmethode.<BR> <BR> Depuhu (Gorontalo en Limboto), kan verschillende vormen hebben (vierkant, rond), en is gemaakt van op elkaar genaaid silarblad.<BR> <BR> Patongko Banjara, is de naam van een halve bolvormige etensdeksel uit Banjarmasin (Borneo), die is gemaakt van gekleurde en ongekleurde rumbiabladeren. Deze bladeren zijn niet gevlochten, maar op elkaar genaaid.<BR> <BR> Atorong palulu, deksel voor het toedekken van een servet (Zuid Sulawesi, voormalige Oosterdistricten).<BR> <BR> Patongko urieng is een deksel voor een rijstpot (urieng).<BR> <BR> Pasalakang is een eenvoudige van rotanstaven gemaakte deksel, die werd gebruikt om kleding in te leggen. Deze mand met kleding werd dan boven een wierookschaal gehouden om de kleding de geur ervan te laten opnemen.