Een tabaksdoos van lontarvlechtwerk. De doos heeft een zeshoekige bodem, en een ronde deksel met parasolvormige opbouw. De doos en deksel zijn gedecoreerd met patronen, gevlochten uit zwarte, rode en ongekleurde lontarbladrepen. Zowel de doos als de deksel zijn gevlochten in de drierichtingsmethode. De decoratieve randmotiefjes worden door J. E. Jasper "versierende spiraalslag" genoemd. Horizontale versterkingsstaafjes zijn rondom de doos en deksel vastgenaaid met een decoratieve omslingeringssteek. Ook zijn de doos en deksel gedecoreerd met uitstekende driehoekjes, in drierichtingsmethode gevlochten. De Tanimbarese naam voor lontar is koli.<BR> <BR> Zie ook no. 1647-546, 1647-1169 en 1647-1169 a tm. c.