Een mand voor zaadpadi, rijstzaaigoed (pintang). Een pintang is een binnenmand die in een lanjung werd gezet. Ongeveer 3 a 5 pintangs pasten in een lanjung. Pintangs hebben een vierkante bodem en een ronde wand, en zijn met dubbele repen volgens de tweeslag gevlochten van mengkoang. Telkens wanneer een dubbele inslagreep van onder een dubbele scheringreep uitkomt, is de bovenste van de twee repen omgekruld ingestoken en verder gevlochten.<BR> <BR> De lanjung (zie 1647-663), waarin deze pintangs werden opgeborgen, was een draagmand voor meerdere doeleinden. Als een lanjung echter eenmaal voor rijstpadi gebruikt was, mocht hij nergens anders meer voor gebruikt worden. Een versleten lanjung die niet meer werd gebruikt werd niet weggegooid, maar opgeborgen.