Veelkleurige achthoekige siermand

Een achthoekig siermandje (baku bodo) met een hoge deksel, gevlochten volgens de gecompliceerde omslingeringsmethode (calodung). Er zijn zwarte, rode, rose, groene, violette en ongekleurde lontarbladrepen gebruikt, die inmiddels iets verbleekt zijn. Volgens deze methode worden twee opeenvolgende of boven elkaar staande concentrische achthoekige ringen met elkaar verbonden. De bodem, wand en deksel zijn door omwikkelde achthoekige ringen gevormd. In het midden van de deksel is een gevlochten knoop aangebracht. De conische vorm in het mandje is ontstaan door naar boven toe steeds kleinere achthoekige ringen te gebruiken. De bladreep waarmee de ringen aan elkaar zijn verbonden, is na iedere wikkeling tussen de ringen door eenmaal om de zojuist gemaakte winding heen gehaald. Door van verschillend gekleurde omwikkelrepen gebruik te maken is een decoratief patroon van driehoeken gecreëerd.<BR> <BR> Baku is een algemene benaming voor een kleine mand. Er zijn diverse soorten baku bekend, in allerlei vormen, zowel gevlochten in anyam timpalang= de drierichtingsmethode, als in anyam calodung= de gecompliceerde omslingeringsmethode. <BR> Andere typen baku zijn baku bodo, baku bara, baku care care, baku datu, baku mama en baku pabale. <BR> Baku bodo's zijn kleine siermandjes, in veel varianten; rond, vierkant, ovaal, en meestal voorzien van een deksel, gevlochten zowel volgens de dichte drierichtingsmethode (timpalang), als volgens de gecompliceerde omslingeringsmethode (calodung).<BR> Een baku bara is een mand om rijst of beras in te bewaren. <BR> Een baku care care is een vierkante kledingmand, ook gevlochten volgens de methode anyam timpalang= de drierichtingsmethode. <BR> Een baku datu is een mand waarvan de bodem volgens de nyam lalo= de één over één methode, en de wand volgens de anyam timpalang= de drierichtingsmethode is gevlochten.<BR> Een baku mama is een sirihmandje.<BR> Een baku pabale is een medicijndoos, vrij groot. De doos is langwerpig, en het benedengedeelte van het voetstuk is meestal van recht gekleurd patroonvlechtwerk. In de medicijndoos zitten kleinere vierkante doosjes (sinjakape) waarin de verschillende medicijnen kunnen worden opgeborgen. De bodem en zijden van een baku pabale zijn versterkt met met bamboestaven, waaromheen de lontarrepen gevlochten zijn. Als versiering is de deksel aan de vier hoekpunten enigszins hoornvormig omhoog uitgevlochten. <BR> <BR> Zie ook 1647-550, 1647-551, 1647-553, 1647-844 en 1647-1011<BR> <BR> De no. 1647- 548 tm 1647-566 en 1647-1005 tm. 1647-1047 zijn afkomstig van Zuid-West Sulawesi (vroeger Noorderdistricten).<BR> Men onderscheidde er vijf vlechtwijzen;<BR> 1. anyam lalo= één over één.<BR> 2. anyam para= twee over twee. <BR> 3. anyam raga= open drierichtingsmethode.<BR> 4. anyam timpalang= dichte drierichtingsmethode. <BR> 5. anyam calodung= gecompliceerde omslingeringsmethode.

Veelkleurige achthoekige siermand

Een achthoekig siermandje (baku bodo) met een hoge deksel, gevlochten volgens de gecompliceerde omslingeringsmethode (calodung). Er zijn zwarte, rode, rose, groene, violette en ongekleurde lontarbladrepen gebruikt, die inmiddels iets verbleekt zijn. Volgens deze methode worden twee opeenvolgende of boven elkaar staande concentrische achthoekige ringen met elkaar verbonden. De bodem, wand en deksel zijn door omwikkelde achthoekige ringen gevormd. In het midden van de deksel is een gevlochten knoop aangebracht. De conische vorm in het mandje is ontstaan door naar boven toe steeds kleinere achthoekige ringen te gebruiken. De bladreep waarmee de ringen aan elkaar zijn verbonden, is na iedere wikkeling tussen de ringen door eenmaal om de zojuist gemaakte winding heen gehaald. Door van verschillend gekleurde omwikkelrepen gebruik te maken is een decoratief patroon van driehoeken gecreëerd.<BR> <BR> Baku is een algemene benaming voor een kleine mand. Er zijn diverse soorten baku bekend, in allerlei vormen, zowel gevlochten in anyam timpalang= de drierichtingsmethode, als in anyam calodung= de gecompliceerde omslingeringsmethode. <BR> Andere typen baku zijn baku bodo, baku bara, baku care care, baku datu, baku mama en baku pabale. <BR> Baku bodo's zijn kleine siermandjes, in veel varianten; rond, vierkant, ovaal, en meestal voorzien van een deksel, gevlochten zowel volgens de dichte drierichtingsmethode (timpalang), als volgens de gecompliceerde omslingeringsmethode (calodung).<BR> Een baku bara is een mand om rijst of beras in te bewaren. <BR> Een baku care care is een vierkante kledingmand, ook gevlochten volgens de methode anyam timpalang= de drierichtingsmethode. <BR> Een baku datu is een mand waarvan de bodem volgens de nyam lalo= de één over één methode, en de wand volgens de anyam timpalang= de drierichtingsmethode is gevlochten.<BR> Een baku mama is een sirihmandje.<BR> Een baku pabale is een medicijndoos, vrij groot. De doos is langwerpig, en het benedengedeelte van het voetstuk is meestal van recht gekleurd patroonvlechtwerk. In de medicijndoos zitten kleinere vierkante doosjes (sinjakape) waarin de verschillende medicijnen kunnen worden opgeborgen. De bodem en zijden van een baku pabale zijn versterkt met met bamboestaven, waaromheen de lontarrepen gevlochten zijn. Als versiering is de deksel aan de vier hoekpunten enigszins hoornvormig omhoog uitgevlochten. <BR> <BR> Zie ook 1647-550, 1647-551, 1647-553, 1647-844 en 1647-1011<BR> <BR> De no. 1647- 548 tm 1647-566 en 1647-1005 tm. 1647-1047 zijn afkomstig van Zuid-West Sulawesi (vroeger Noorderdistricten).<BR> Men onderscheidde er vijf vlechtwijzen;<BR> 1. anyam lalo= één over één.<BR> 2. anyam para= twee over twee. <BR> 3. anyam raga= open drierichtingsmethode.<BR> 4. anyam timpalang= dichte drierichtingsmethode. <BR> 5. anyam calodung= gecompliceerde omslingeringsmethode.