Gedeelte van een decoratieve wandmat voor gebruik bij feestelijke gelegenheden

Een gedeelte van een decoratieve wandmat gevlochten van ongekleurde bamboe, met figuren (rinding sarap hat). Rindings werden niet als slaap-, of zitmat gebruikt, maar zijn matten die als versiering tegen de wanden van woningen werden gehangen. De afmeting van de rinding werd bepaald door de afmeting van het wandvlak dat men ermee bedekte. Vooral tijdens feestelijke gelegenheden, (besnijdenis, huwelijk) waren de rindings in gebruik.<BR> De patronen op de rindings zijn verschillend van aard. Deze patronen (poleng) heten bijvoorbeeld: kekapalan (schepen), jejalmaan (mensen), gagajahan (olifanten), bebadakan (neushoorns) of memanukan (vogels). De rand van de rinding bestaat uit het patroon mata walik (oog van walik, duifje) of uit een dierpatroon.<BR> Vlechtpatronen van Anyer en van Lampung vertonen tamelijk grote overeenkomsten.<BR> Het vlechten van een rinding was vrouwenwerk. In zijn boek over vlechtwerk uit 1912 weet J.E. Jasper te vertellen dat een meisje dat geen goede rindings kan vlechten, niet gemakkelijk een huwelijkspartner zal vinden. (Jasper, J.E. en Mas Pirngadie , "De Inlandsche Kunstnijverheid in Nederlandsch Indië, Deel 1. Het Vlechtwerk," ). Een bruid bracht rindings mee bij haar huwelijk. Deze matten werden dan erfstukken, die zelden werden verkocht.

Gedeelte van een decoratieve wandmat voor gebruik bij feestelijke gelegenheden

Een gedeelte van een decoratieve wandmat gevlochten van ongekleurde bamboe, met figuren (rinding sarap hat). Rindings werden niet als slaap-, of zitmat gebruikt, maar zijn matten die als versiering tegen de wanden van woningen werden gehangen. De afmeting van de rinding werd bepaald door de afmeting van het wandvlak dat men ermee bedekte. Vooral tijdens feestelijke gelegenheden, (besnijdenis, huwelijk) waren de rindings in gebruik.<BR> De patronen op de rindings zijn verschillend van aard. Deze patronen (poleng) heten bijvoorbeeld: kekapalan (schepen), jejalmaan (mensen), gagajahan (olifanten), bebadakan (neushoorns) of memanukan (vogels). De rand van de rinding bestaat uit het patroon mata walik (oog van walik, duifje) of uit een dierpatroon.<BR> Vlechtpatronen van Anyer en van Lampung vertonen tamelijk grote overeenkomsten.<BR> Het vlechten van een rinding was vrouwenwerk. In zijn boek over vlechtwerk uit 1912 weet J.E. Jasper te vertellen dat een meisje dat geen goede rindings kan vlechten, niet gemakkelijk een huwelijkspartner zal vinden. (Jasper, J.E. en Mas Pirngadie , "De Inlandsche Kunstnijverheid in Nederlandsch Indië, Deel 1. Het Vlechtwerk," ). Een bruid bracht rindings mee bij haar huwelijk. Deze matten werden dan erfstukken, die zelden werden verkocht.