Armband

vormt een stel van twee armbanden met 1528-301. Van ongekleurde fijne pandanusvezels, diagonaal gevlochten, randen van visgraatvormig gevlochten zwarte myceliumdraden en hoekvormig ornament van hetzelfde materiaal over het midden. Aan de rand op drie plaatsen aan snoertjes myceliumdraden, lapjes rood of blauw katoen.<BR> <BR> Het vlechten en verven van de vezels van deze armband werd waarschijnlijk door vrouwen gedaan. De armbanden werden door zowel mannen als vrouwen gedragen. Of de patronen in het vlechtwerk een bijzondere betekenis hadden is onduidelijk. De armbanden werden om de bovenarm gedragen en bij feestelijke gelegenheden met bladeren, bloemen en veren versierd.

Armband

vormt een stel van twee armbanden met 1528-301. Van ongekleurde fijne pandanusvezels, diagonaal gevlochten, randen van visgraatvormig gevlochten zwarte myceliumdraden en hoekvormig ornament van hetzelfde materiaal over het midden. Aan de rand op drie plaatsen aan snoertjes myceliumdraden, lapjes rood of blauw katoen.<BR> <BR> Het vlechten en verven van de vezels van deze armband werd waarschijnlijk door vrouwen gedaan. De armbanden werden door zowel mannen als vrouwen gedragen. Of de patronen in het vlechtwerk een bijzondere betekenis hadden is onduidelijk. De armbanden werden om de bovenarm gedragen en bij feestelijke gelegenheden met bladeren, bloemen en veren versierd.