Speer

Traditionele wapens in de Melanesische oorlogsvoering waren pijl en boog, speren en knotsen. Naast pijl en boog waren ook speren belangrijke wapens, belangrijker dan knotsen. In de Solomon- eilanden werden speren gewoonlijk gemaakt van palmhout en hadden vaak weerhaken die verder versierd werden met kleurstoffen en vlechtwerk. Op het eiland Florida werden ook vaak menselijke botten versplinterd en aan het uiteinde van de speer bevestigd. Aan het begin van de strijd werd een offer in de vorm van een geslacht varken gebracht. De speren en pijlen die in dit vuur gehouden werden "nano" genoemd en hadden speciale krachten want zij zouden de gave hebben de vijand te doden zonder hem zelfs te verwonden. Tijdens de strijd deed de krijger er alles aan om de speer te ontwijken door te bukken of weg te duiken. De speer kon ook weggeslagen worden met een op een knots lijkend verdedigingswapen. Wanneer iemand door een speer was getroffen werd hij door de vijand met een knots doodgeknuppeld. Speren en knotsen waarmee was gedood werden in speciale schrijnen bewaard. Elke krijger was in het bezit van meerdere speren en elke man droeg eigenlijk altijd wapens met zich mee wanneer hij andere plaatsen bezocht, ook wanneer er geen oorlog dreigde. Wanneer zij bij toeval wild of een vijandige groep tegenkwamen waren speren en andere wapens handig om bij je te hebben. Naast hun functie als wapen hadden speren ook een ceremoniële waarde en konden dienen in rituelen om een zieke te genezen of om een (on)schuldige aan te wijzen tijdens rechtspraak. Op sommige eilanden bleven deze ceremoniële speren in gebruik tot de jaren twintig van de twintigste eeuw.

Speer

Traditionele wapens in de Melanesische oorlogsvoering waren pijl en boog, speren en knotsen. Naast pijl en boog waren ook speren belangrijke wapens, belangrijker dan knotsen. In de Solomon- eilanden werden speren gewoonlijk gemaakt van palmhout en hadden vaak weerhaken die verder versierd werden met kleurstoffen en vlechtwerk. Op het eiland Florida werden ook vaak menselijke botten versplinterd en aan het uiteinde van de speer bevestigd. Aan het begin van de strijd werd een offer in de vorm van een geslacht varken gebracht. De speren en pijlen die in dit vuur gehouden werden "nano" genoemd en hadden speciale krachten want zij zouden de gave hebben de vijand te doden zonder hem zelfs te verwonden. Tijdens de strijd deed de krijger er alles aan om de speer te ontwijken door te bukken of weg te duiken. De speer kon ook weggeslagen worden met een op een knots lijkend verdedigingswapen. Wanneer iemand door een speer was getroffen werd hij door de vijand met een knots doodgeknuppeld. Speren en knotsen waarmee was gedood werden in speciale schrijnen bewaard. Elke krijger was in het bezit van meerdere speren en elke man droeg eigenlijk altijd wapens met zich mee wanneer hij andere plaatsen bezocht, ook wanneer er geen oorlog dreigde. Wanneer zij bij toeval wild of een vijandige groep tegenkwamen waren speren en andere wapens handig om bij je te hebben. Naast hun functie als wapen hadden speren ook een ceremoniële waarde en konden dienen in rituelen om een zieke te genezen of om een (on)schuldige aan te wijzen tijdens rechtspraak. Op sommige eilanden bleven deze ceremoniële speren in gebruik tot de jaren twintig van de twintigste eeuw.