Schelpengeld

Deze kleine soort schelpengeld is alleen maar gangbaar in Baining.<BR> <BR> Als betaalmiddel, ritueel geld of sieraad werden in Melanesië voornamelijk schelpen en in mindere mate dierentanden, veren, plantenvezels en stenen genomen. Ook varkens konden als betaalmiddel dienen. Deze grondstoffen werden in onbewerkte en bewerkte vorm gebruikt en vaak werden ze ook samen in één kostbaar sieraad of betaalmiddel verwerkt. Met dit geld werden rituele kosten, boetes, straffen en andere vergelijkbare sociale transacties betaald. Ook bruidsprijzen vallen onder deze categorie en worden in sommige gebieden tegenwoordig nog steeds met schelpengeld betaald. Op Nieuw- Brittannië hadden man en vrouw ieder hun eigen voorraad schelpengeld en kinderen begonnen al jong met het ruilen ervan. Net als elk ander geld werd ook schelpengeld vervalst of gestolen. Zogenaamde dievenamuletten maakten de dief bij nacht onzichtbaar of lieten de eigenaar van het geld in slaap sukkelen zodat hij het geld makkelijk mee kon nemen. De dievenamuletten die rondom een menselijke onderkaak waren geboetseerd waren het krachtigst.<BR> In Nieuw Brittannië was de grondstof voor het schelpengeld afkomstig van de Nakanai, die in het noordwesten van het eiland leven. Zij hadden een handelsmonopolie op de schelpen. Voor het maken van geld werden verschillende soorten schelpen gebruikt die op verschillende manieren bewerkt konden worden. Doorboorde geslepen schelpschijfjes werden het meest gebruikt. Daarnaast waren schelpen grondstof voor andere kostbare sieraden zoals armbanden die ook als betaalmiddel konden dienen. Schelpengeld werd traditioneel door een hierin gespecialiseerde familie gemaakt. De schelpen worden in kleine stukjes gebroken waarna een klein gaatje in het midden wordt geboord. Vroeger werd hiervoor een boortje van vuursteen en hardhout gebruikt. Vervolgens worden de schijfjes geregen, gespannen over een houten plank en met een steen glad geslepen. Het slijpen duurt uren. Hierna sorteren de vrouwen de schijfjes op kleur en kwaliteit en rijgen er lange snoeren van. Met dit schelpengeld kunnen allerlei goederen gekocht worden en om de bruidsprijs te kunnen betalen moet soms jarenlang hard gewerkt worden. De koers van dit geld is erg stabiel omdat de hoeveelheid werk en energie die in het verzamelen en bewerken van de schelpen zit niet veel verandert en de waarde van het geld bepaalt.

Schelpengeld

Deze kleine soort schelpengeld is alleen maar gangbaar in Baining.<BR> <BR> Als betaalmiddel, ritueel geld of sieraad werden in Melanesië voornamelijk schelpen en in mindere mate dierentanden, veren, plantenvezels en stenen genomen. Ook varkens konden als betaalmiddel dienen. Deze grondstoffen werden in onbewerkte en bewerkte vorm gebruikt en vaak werden ze ook samen in één kostbaar sieraad of betaalmiddel verwerkt. Met dit geld werden rituele kosten, boetes, straffen en andere vergelijkbare sociale transacties betaald. Ook bruidsprijzen vallen onder deze categorie en worden in sommige gebieden tegenwoordig nog steeds met schelpengeld betaald. Op Nieuw- Brittannië hadden man en vrouw ieder hun eigen voorraad schelpengeld en kinderen begonnen al jong met het ruilen ervan. Net als elk ander geld werd ook schelpengeld vervalst of gestolen. Zogenaamde dievenamuletten maakten de dief bij nacht onzichtbaar of lieten de eigenaar van het geld in slaap sukkelen zodat hij het geld makkelijk mee kon nemen. De dievenamuletten die rondom een menselijke onderkaak waren geboetseerd waren het krachtigst.<BR> In Nieuw Brittannië was de grondstof voor het schelpengeld afkomstig van de Nakanai, die in het noordwesten van het eiland leven. Zij hadden een handelsmonopolie op de schelpen. Voor het maken van geld werden verschillende soorten schelpen gebruikt die op verschillende manieren bewerkt konden worden. Doorboorde geslepen schelpschijfjes werden het meest gebruikt. Daarnaast waren schelpen grondstof voor andere kostbare sieraden zoals armbanden die ook als betaalmiddel konden dienen. Schelpengeld werd traditioneel door een hierin gespecialiseerde familie gemaakt. De schelpen worden in kleine stukjes gebroken waarna een klein gaatje in het midden wordt geboord. Vroeger werd hiervoor een boortje van vuursteen en hardhout gebruikt. Vervolgens worden de schijfjes geregen, gespannen over een houten plank en met een steen glad geslepen. Het slijpen duurt uren. Hierna sorteren de vrouwen de schijfjes op kleur en kwaliteit en rijgen er lange snoeren van. Met dit schelpengeld kunnen allerlei goederen gekocht worden en om de bruidsprijs te kunnen betalen moet soms jarenlang hard gewerkt worden. De koers van dit geld is erg stabiel omdat de hoeveelheid werk en energie die in het verzamelen en bewerken van de schelpen zit niet veel verandert en de waarde van het geld bepaalt.