Slavenboei

Slavernij is diep geworteld in de westelijk Afrika cultuur. Vaak werden aanvallen op naburige volkeren uitgevoerd met als hoofddoel hen tot slaaf te maken. De gevangenen werden in een kamp bijeen gebracht, aan elkaar geketend, en in lange karavanen naar de slavenmarkt gebracht waar zij verkocht werden. Van de verschillende soorten slaven die er waren leefden de huisslaven in de gunstigste situatie. De handelsslaven werden het slechtst behandeld omdat zij niet werden gezien als een potentieel productief deelnemer aan het huishouden, maar slechts als handelswaar die tegen winst verkocht kon worden. Tot het moment dat de handelsslaaf als huisslaaf werd verkocht leidde hij een zwaar leven. Alle slaven hadden gemeen dat hun persoon, hun arbeid, hun vaardigheden en ook hun gezinnen aan hun meester toebehoorden. Slavernij binnen de Afrikaanse context was echter anders dan de Westerse slavernij, de eigenaar van de slaven hadden rechten maar ook de verplichting goed voor zijn slaven te zorgen. Zodra een nieuwe huisslaaf aan het huishouden werd toegevoegd begon hij deel uit te maken van het gezinsleven en werd hij min of meer lid van de familie omdat hij de bescherming van zijn meester genoot. Als een slaaf trouw of betrouwbaar bleek te zijn kon hij uiteindelijk ook de vertrouweling van de meester worden. Huisslaven speelden een grote economische rol binnen de samenleving. Ze werkten op het land, voerden publieke werken uit, bouwden huizen, werkten als bedienden voor de familie, droegen lasten en dienden als handelsartikel en onderpand bij schulden. Vaak was voor buitenstaanders niet direct zichtbaar wie een slaaf was omdat zij daarvoor geen uiterlijke kenmerken droegen. Sommige slaven hielden zelf ook slaven.

Slavenboei

Slavernij is diep geworteld in de westelijk Afrika cultuur. Vaak werden aanvallen op naburige volkeren uitgevoerd met als hoofddoel hen tot slaaf te maken. De gevangenen werden in een kamp bijeen gebracht, aan elkaar geketend, en in lange karavanen naar de slavenmarkt gebracht waar zij verkocht werden. Van de verschillende soorten slaven die er waren leefden de huisslaven in de gunstigste situatie. De handelsslaven werden het slechtst behandeld omdat zij niet werden gezien als een potentieel productief deelnemer aan het huishouden, maar slechts als handelswaar die tegen winst verkocht kon worden. Tot het moment dat de handelsslaaf als huisslaaf werd verkocht leidde hij een zwaar leven. Alle slaven hadden gemeen dat hun persoon, hun arbeid, hun vaardigheden en ook hun gezinnen aan hun meester toebehoorden. Slavernij binnen de Afrikaanse context was echter anders dan de Westerse slavernij, de eigenaar van de slaven hadden rechten maar ook de verplichting goed voor zijn slaven te zorgen. Zodra een nieuwe huisslaaf aan het huishouden werd toegevoegd begon hij deel uit te maken van het gezinsleven en werd hij min of meer lid van de familie omdat hij de bescherming van zijn meester genoot. Als een slaaf trouw of betrouwbaar bleek te zijn kon hij uiteindelijk ook de vertrouweling van de meester worden. Huisslaven speelden een grote economische rol binnen de samenleving. Ze werkten op het land, voerden publieke werken uit, bouwden huizen, werkten als bedienden voor de familie, droegen lasten en dienden als handelsartikel en onderpand bij schulden. Vaak was voor buitenstaanders niet direct zichtbaar wie een slaaf was omdat zij daarvoor geen uiterlijke kenmerken droegen. Sommige slaven hielden zelf ook slaven.