Wajang golek pop: Gatot Kaca of Prabaya

Wajangpop in de vorm van Gatot Kaca of Prabaya, behorend tot de Pandawa-groep uit het Mahabharata-verhaal. Gatot Kaca is de zoon van Bima en Arimbi. Hij kan vliegen en doodt zijn vijanden door hun nek te breken. Hij is getrouwd met Arjuna’s dochter, Pregiwa, met wie hij een zoon heeft, Bambang Kaca of Sasikirana. Gatot Kaca is een van de belangrijkst helden in de wayang golek purwa. Hij komt in de meeste verhalen voor en verschijnt rond middernacht. Hij is zelfbewust en actief, en klaar voor elke taak die hem wordt opgedragen. Hij houdt zijn beloften, is beleefd en nooit bang. Gatot Kaca is niet uiterst intelligent en nooit nerveus. Hij respecteert ouderen. Het gelaat is blauw, de rest van het bovenlichaam is verguld. De ogen zijn rond, verguld en hebben een rode oogappel. De neus is lang en puntig, de mond is iets geopend. Op het hoofd draagt de figuur een vergulde diadeem met zwart en rood. Op het achterhoofd draagt de figuur een vergulde, gevleugeld achterhoofdsieraad en een kleine rode achteruitkijkende griffioenskop (garuda mungkur). Het haar is gestoken in een typische haardracht (supit urang), versierd met vergulde sterren. De figuur draagt een borstbedekking van rood fluweel met bladvormige versiering van gouddraad en lovertjes. De gordel (sabuk) is van gouddraad en twee oranje linten. De rok (beded) is wit waarop met de batik-techniek een patroon in het blauw is aangebracht.

Wajang golek pop: Gatot Kaca of Prabaya

Wajangpop in de vorm van Gatot Kaca of Prabaya, behorend tot de Pandawa-groep uit het Mahabharata-verhaal. Gatot Kaca is de zoon van Bima en Arimbi. Hij kan vliegen en doodt zijn vijanden door hun nek te breken. Hij is getrouwd met Arjuna’s dochter, Pregiwa, met wie hij een zoon heeft, Bambang Kaca of Sasikirana. Gatot Kaca is een van de belangrijkst helden in de wayang golek purwa. Hij komt in de meeste verhalen voor en verschijnt rond middernacht. Hij is zelfbewust en actief, en klaar voor elke taak die hem wordt opgedragen. Hij houdt zijn beloften, is beleefd en nooit bang. Gatot Kaca is niet uiterst intelligent en nooit nerveus. Hij respecteert ouderen. Het gelaat is blauw, de rest van het bovenlichaam is verguld. De ogen zijn rond, verguld en hebben een rode oogappel. De neus is lang en puntig, de mond is iets geopend. Op het hoofd draagt de figuur een vergulde diadeem met zwart en rood. Op het achterhoofd draagt de figuur een vergulde, gevleugeld achterhoofdsieraad en een kleine rode achteruitkijkende griffioenskop (garuda mungkur). Het haar is gestoken in een typische haardracht (supit urang), versierd met vergulde sterren. De figuur draagt een borstbedekking van rood fluweel met bladvormige versiering van gouddraad en lovertjes. De gordel (sabuk) is van gouddraad en twee oranje linten. De rok (beded) is wit waarop met de batik-techniek een patroon in het blauw is aangebracht.