Wajangpop in de vorm van Dasamuka. Dasamuka, ook wel Rahwana genoemd, is de zoon van Begawan Bisrawa en Dewi Sukesi, een reuzin uit Alengka. Hij is de broer van Kumbakarna, Sarpakanaka en Wibisana. Dasamuka wordt geboren met tien gezichten. Door strenge ascese verkrijgt hij de kracht mensen en goden te kunnen overwinnen. Hij misbruikt zijn macht en Wisnu verschijnt op aarde, in de gedaante van Arjuna Sasra Bahu, om hem aan banden te leggen,. Hij wordt tenslotte gedood door Rama, met de hulp van een leger apen en beren, nadat Dasamuka Rama’s vrouw Sinta geschaakt heeft. Door vele verhalen heen achtervolgt Dasamuka de incarnaties van de hemelse nimf (Widadari) Widawati, die zich incarneert in de vrouw van Arjuna Sasra Bahu, Citrawati, in Rama’s vrouw Sinta en in Arjuna’s vrouw Subadra. Dasamuka is onder andere getrouwd met Wisnu’s dochter Tari. Zijn kinderen zijn: Indrajit, Trisirah, Trikaya, Dewantaka, en Saksadewa. Het gelaat is rood, de rest van het lichaam is verguld. De ogen zijn rond, de neus vooruitstekende en de mond is wijd geopend. Op het hoofd draagt Dasamuka een vergulde diadeem, met robijnen ingelegd en een groot verguld achterhoofdsieraad met een witte achteruitkijkende griffioenskop (garuda mungkur) en een bladvormig onderstuk waaronder de krullen tevoorschijn komen. Op de borst is een rechthoekige bedekking aanwezig van rood fluweel met tak- en bladfiguren van gouddraad en lovertjes. Dasamuka draagt rode armbanden om de boven- en onderarmen. De gordel (sabuk) is van goudgalon waaraan oranje linten zijn bevestigd. De rok (beded) is met de batik-techniek in een patroon geweven van blauw, bruin en wit.