Beitel of "whao" van basaltsteen gemaakt, gebruikt door mannen om fijn houtsnijwerk te doen. Het werd met de hand gebruikt of met behulp van een hamer. <BR> <BR> De belangrijkste stenen gereedschappen in Nieuw-Zeeland waren dissels en beitels. Ze werden door mannen gemaakt door het beitelen en het schuren. Grotere gereedschappen werden gebruikt om kano's en houten gebouwen te maken. De kleinere werden gebruikt om fijner ornamentatie te vervaardigen. <BR> <BR> Houtsnijwerk werd door mannen gedaan met behulp van stenen en nefrieten gereedschappen. Na Europees contact werden metalen gereedschappen gebruikt. Traditioneel bevatten gereedschappen de "mana", een soort van goddelijke macht of doeltreffendheid, van hun eigenaar en alleen hij kon ze gebruiken. Het maken van houtsnijwerk werd "tapu" (sacraal en beschermd) en bepaalde beperkingen werden toegepast om het succes van de houtsnijwerk te controleren. Houtsnijwerktechnieken werden van generatie op generatie doorgegeven. <BR>