Onderdeel van weefgetouw

Op Damar wordt, evenals op veel andere eilanden van Maluku Tenggara (Leti, Babar, Tanimbar), traditioneel geweven met een roller-ophaler getouw. Dit heeft als belangrijkste kenmerk een rondgaande schering.<BR> Het getouw is samengesteld uit een beperkt aantal onderdelen. Aan de uiteinden loopt de schering over een scheringboom, gewoonlijk bevestigd aan een balk van een huis, en over een borstboom, liggend in de schoot van de weefster. Aan de borstboom is een rugband bevestigd waarmee de weefster, door naar achteren te buigen, de draden onder spanning kan brengen.<BR> Tussen de even en oneven scheringdraden bevinden zich drie stokken: de ophaler en de roller met druklat. Dit zijn hulpstukken, benodigd voor het maken van openingen voor de inslag.<BR> De garenvoorraad voor de inslag is op een houten spoel of 'schuitje' gewonden. Dat haalt de weefster beurtelings door de opening van even en oneven scheringdraden. De inslagdraad blijft achter en wordt stevig aangeslagen met een zogeheten zwaard of sabel, een hardhouten lat, waardoor een strak weefsel ontstaat.<BR> Twee kruislatten tenslotte zorgen ervoor dat de roller tijdens het weven niet te ver in de richting van de scheringboom rolt en moeilijk is te grijpen voor de weefster. <BR> In vele delen van Maluku Tenggara zijn de traditionele weefsels (sarongs, lendendoeken, omslagdoeken) verdrongen door geimporteerde kledingstukken; de weefkunst in het gebied is onder druk komen te staan.

Onderdeel van weefgetouw

Op Damar wordt, evenals op veel andere eilanden van Maluku Tenggara (Leti, Babar, Tanimbar), traditioneel geweven met een roller-ophaler getouw. Dit heeft als belangrijkste kenmerk een rondgaande schering.<BR> Het getouw is samengesteld uit een beperkt aantal onderdelen. Aan de uiteinden loopt de schering over een scheringboom, gewoonlijk bevestigd aan een balk van een huis, en over een borstboom, liggend in de schoot van de weefster. Aan de borstboom is een rugband bevestigd waarmee de weefster, door naar achteren te buigen, de draden onder spanning kan brengen.<BR> Tussen de even en oneven scheringdraden bevinden zich drie stokken: de ophaler en de roller met druklat. Dit zijn hulpstukken, benodigd voor het maken van openingen voor de inslag.<BR> De garenvoorraad voor de inslag is op een houten spoel of 'schuitje' gewonden. Dat haalt de weefster beurtelings door de opening van even en oneven scheringdraden. De inslagdraad blijft achter en wordt stevig aangeslagen met een zogeheten zwaard of sabel, een hardhouten lat, waardoor een strak weefsel ontstaat.<BR> Twee kruislatten tenslotte zorgen ervoor dat de roller tijdens het weven niet te ver in de richting van de scheringboom rolt en moeilijk is te grijpen voor de weefster. <BR> In vele delen van Maluku Tenggara zijn de traditionele weefsels (sarongs, lendendoeken, omslagdoeken) verdrongen door geimporteerde kledingstukken; de weefkunst in het gebied is onder druk komen te staan.