Kleding

Feestgewaad, vervaardigd van een strook bruine geklopte boombast, waar in het midden een ovale spleet is aangebracht waar het hoofd in gestoken wordt. De rand van de opening is versierd met geelwitte bladvezels. De voor- en achterzijde is versierd met een dwarse strook van franjes.<BR> <BR> In Tahiti werden boombastdoeken gedragen in de vorm van "tiputa", een op een poncho lijkend kledingstuk. Deze werd door zowel mannen als vrouwen gedragen. De beste "tiputa" waren gemaakt van een aantal aan elkaar geklopte flinterdunne delen waarvan de bovenste laag bestond uit een heel fijne, door de zon gebleekte doek. De zijkanten van dit kledingstuk werden gedecoreerd met franjes of veren en soms werd een gordel over de "tiputa" en om de middel gedragen. Mannen droegen hieronder een lendendoek van boombast en de vrouwen een wikkelrok van hetzelfde materiaal. Vrouwen droegen hierbij vaak nog een "ahufara", een lang stuk soepele en zachte tapa die als een soort omslagdoek om de schouders werd gedrapeerd. Naast materiaal voor kleding diende boombastdoek ook als een teken van rijkdom en status en in deze vorm werd het in het huis van de hoofdman of tempels van de goden bewaard.<BR>

Kleding

Feestgewaad, vervaardigd van een strook bruine geklopte boombast, waar in het midden een ovale spleet is aangebracht waar het hoofd in gestoken wordt. De rand van de opening is versierd met geelwitte bladvezels. De voor- en achterzijde is versierd met een dwarse strook van franjes.<BR> <BR> In Tahiti werden boombastdoeken gedragen in de vorm van "tiputa", een op een poncho lijkend kledingstuk. Deze werd door zowel mannen als vrouwen gedragen. De beste "tiputa" waren gemaakt van een aantal aan elkaar geklopte flinterdunne delen waarvan de bovenste laag bestond uit een heel fijne, door de zon gebleekte doek. De zijkanten van dit kledingstuk werden gedecoreerd met franjes of veren en soms werd een gordel over de "tiputa" en om de middel gedragen. Mannen droegen hieronder een lendendoek van boombast en de vrouwen een wikkelrok van hetzelfde materiaal. Vrouwen droegen hierbij vaak nog een "ahufara", een lang stuk soepele en zachte tapa die als een soort omslagdoek om de schouders werd gedrapeerd. Naast materiaal voor kleding diende boombastdoek ook als een teken van rijkdom en status en in deze vorm werd het in het huis van de hoofdman of tempels van de goden bewaard.<BR>