nr. 1229-52.<BR> Het sieraad bestaat uit 6 horizontale banen van pootbotjes van de tayu of olievogel (Steatornis). De banen zijn van elkaar begrensd en gescheiden door een baan van telkens twee vruchtenpitjes. Aan de bovenkant is een katoenen band bevestigd, bestaande uit witte, rode en donkerbruine banen. Door middel van deze brede band kan de drager hem over het voorhoofd dragen, hangend naar beneden tot de lendenen. Het onder gedeelte wordt versierd met schitterende groene en blauwe bolletjes, afkomstig van insecten, afgewisseld met zwarte vruchtenzaadjes.<BR> Het is het meest kostbare versiersel bij de Jibaros. Het wordt op de grote feesten gedragen. Doordat de olievogel erg zeldzaam is en er honderden vogels nodig zijn om een "tayukunchi" te maken kan men zich voorstellen dat de Jibaros dit versiersel zeer hoog inschatten.<BR> Ze schrijven het veel magische kracht aan toe. De peperachtige zaadjes zijn zeer geurig en worden "payashnua" genoemd. Volgens Rafael Karsten (1935) is het een middel tegen ziekte en hekserij vanwege zijn welriekendheid. Deze zaden zouden koorts tegenhouden.<BR> <BR> Nr. 1229-52 II<BR> Het halssieraad bestaat uit 45 strengen van zwartbruine besjes die aan een plantaardige vezel geregen zijn. De strengen zijn van verschillende lengtes, bovenaan de hals zijn de strengen iets korter dan onderaan de bundel.<BR> Beide uiteinden worden gevormd door de bruine vezels van de strengen, waar de gedroogde besjes, aan geregen zijn en daar bij elkaar komen en om een vezel geworden zijn zodat je één dikke streng vezels krijgt.<BR> Eén streng bevat, naast de besjes, vier holle rieten kokertjes en twee strengen zijn gebroken.<BR> <BR> zie 1229-5; twee kaarten met nummer 1229-52: zie 1229-52 II