Hoofdtooi van rietrepen, veren en schelpornamenten

De hoofdtooi bestaat uit 24 ronde evenwijdig lopende rietrepen die vastgezet zijn met een draad van plantaardig vezel. Het vastzetten is patroonsgewijs gebeurd. De ene helft laat aan de onderkant een drie- hoekige lijn zien, die van de binnenkant naar de buitenkant loopt. Halverwege vloeit deze lijn over in een lijn die opgebouwd is uit ruiten.<BR> Aan de binnenste reep zijn 10 strengen van witte kraaltjes en 8 strengen van kleine zwarte besjes bevestigd. Aan de onderkant van iedere streng zit een ankervormig stukje schelp, behalve aan twee zwarte strengen. Eén van deze twee heeft twee witte kraaltjes aan de onderkant. Bovenop deze rand zijn 13, eveneens ronde evenwijdige, rietrepen bevestigd. De twee lagen zijn aan de binnenkant, met grof vezel, aan elkaar genaaid. De rietrepen zelf zijn door een driehoekige lijn, welke van de binnenkant naar de buitenkant loopt, aan elkaar bevestigd. Bot afgeknipte veertjes bedekken het gedeelte van de onderste rand welke te voorschijn komt onder de bovenste rand. Daar weer bovenop net onder de bovenste rand. Daar weer bovenop net onder de bovenste rand zijn rode en gele veertjes ("Ramphastosm Tucanus") bevestigd, middels een katoenen draad, waar de veertjes met bundeltjes aan vastgebonden zitten. Afgewisseld een groep van rode en van gele veertjes. Eén gedeelte van de rand is niet bedekt.

Hoofdtooi van rietrepen, veren en schelpornamenten

De hoofdtooi bestaat uit 24 ronde evenwijdig lopende rietrepen die vastgezet zijn met een draad van plantaardig vezel. Het vastzetten is patroonsgewijs gebeurd. De ene helft laat aan de onderkant een drie- hoekige lijn zien, die van de binnenkant naar de buitenkant loopt. Halverwege vloeit deze lijn over in een lijn die opgebouwd is uit ruiten.<BR> Aan de binnenste reep zijn 10 strengen van witte kraaltjes en 8 strengen van kleine zwarte besjes bevestigd. Aan de onderkant van iedere streng zit een ankervormig stukje schelp, behalve aan twee zwarte strengen. Eén van deze twee heeft twee witte kraaltjes aan de onderkant. Bovenop deze rand zijn 13, eveneens ronde evenwijdige, rietrepen bevestigd. De twee lagen zijn aan de binnenkant, met grof vezel, aan elkaar genaaid. De rietrepen zelf zijn door een driehoekige lijn, welke van de binnenkant naar de buitenkant loopt, aan elkaar bevestigd. Bot afgeknipte veertjes bedekken het gedeelte van de onderste rand welke te voorschijn komt onder de bovenste rand. Daar weer bovenop net onder de bovenste rand. Daar weer bovenop net onder de bovenste rand zijn rode en gele veertjes ("Ramphastosm Tucanus") bevestigd, middels een katoenen draad, waar de veertjes met bundeltjes aan vastgebonden zitten. Afgewisseld een groep van rode en van gele veertjes. Eén gedeelte van de rand is niet bedekt.