Halssnoer

Voor de Indianen van de Noordwestkust waren schelpen een belangrijk materiaal voor lichaamsversieringen. Eén van de meest gebruikte schelpen was de dentalium (Dentalium pritiosum), een buisvormige schelp die alleen in diep water aan de westzijde van Vancouver Island voorkomt. De schelpenbedden waren eigendom van hooggeplaatste families. Indianen gebruikten een lang gevorkt werktuig om de schelpen van de bodem te schrapen. De dentalium was erg kostbaar en werd gebruikt om sieraden te maken en kleding te versieren. De opening aan het puntje van de schelp werd vergroot waardoor het mogelijk was hem aan een draad te rijgen. Als een universeel teken van rijkdom en welvaart werd hij over lange afstanden verhandeld met veel andere volkeren. Ze werden uitgewisseld met de Inuit in het noorden, Indianen van California in het zuiden en met de Indianen op de Plains die hun kleding met de schelpen versierden.

Halssnoer

Voor de Indianen van de Noordwestkust waren schelpen een belangrijk materiaal voor lichaamsversieringen. Eén van de meest gebruikte schelpen was de dentalium (Dentalium pritiosum), een buisvormige schelp die alleen in diep water aan de westzijde van Vancouver Island voorkomt. De schelpenbedden waren eigendom van hooggeplaatste families. Indianen gebruikten een lang gevorkt werktuig om de schelpen van de bodem te schrapen. De dentalium was erg kostbaar en werd gebruikt om sieraden te maken en kleding te versieren. De opening aan het puntje van de schelp werd vergroot waardoor het mogelijk was hem aan een draad te rijgen. Als een universeel teken van rijkdom en welvaart werd hij over lange afstanden verhandeld met veel andere volkeren. Ze werden uitgewisseld met de Inuit in het noorden, Indianen van California in het zuiden en met de Indianen op de Plains die hun kleding met de schelpen versierden.