Een kris gemaakt van gesmeed ijzer. De kris heeft een lemmet met vijftien bochten. Aan één kant van het lemmet is een krul (telale gajah) te zien. Het opzetstuk van het lemmet (ganja) heeft aan één kant scherpe punten (greneng). Over het deel met de krul en het opzetstuk loopt een messing band, die versierd is met een ingegrift kruis. De greep is van palmhout gesneden en versierd met banden en ringen van zilverdraad. Daarnaast een uitgeschulpte zilveren ring heeft ingesneden bloemfiguren. Het uiteinde van de greep is snavelvormig gesneden. De schede (gandar) en de bootvormige schedeopening (wrangka) zijn van donkerbruin hout gemaakt. De schede heeft een brede voet met een boogvormig ondereinde en punten aan de zijkanten.