Stenen geld

Volgens de inheemse bevolking van Yap werd het steengeld door de grote navigator Anugumang ontworpen nadat hij de betreffende steensoort had ontdekt in grotten op het kleine Palau- eiland Magaragar. Hij gaf zijn mannen de opdracht om de steen te bewerken. Eerst sneden ze de steen in de vorm van een vis, van een halve maan en uiteindelijk in de vorm van een wiel, die Anuguman wel beviel. Om het vervoer te vergemakkelijken werd het midden doorboord. Op Yap maakte het voorwerp veel indruk en werden expedities opgezet om meer van deze stenen op te halen. Op archeologische opgravingen in Kosrae en Pohnpei zijn vele kleine prehistorische steenschijven aangetroffen. Het huidige steengeld wordt in het zuiden van Yap "fei", en in het noorden "gai" genoemd en zijn ronde tot bijna ronde schijven die in het midden zijn doorboord en gladgeslepen of versierd met gesneden ornamentatie. Bijzondere exemplaren hebben eigen namen, bijvoorbeeld van de steenhouwer die tijdens het werk stierf of van de hoofdman die opdracht gaf tot de expeditie of van de kano waarmee de steen naar Yap getransporteerd is. De stenen met eigennamen werden "rai é ngutscholl" genoemd, de stenen zonder naam "rai é gitsch" en die met Europese schepen waren vervoerd "yugu rai". Deze laatsten stonden in lager aanzien dan de voorgaande. De waarde is afhankelijk van het materiaal (steensoorten van Palau zijn kostbaarder dan die van Yap zelf), van het aantal handen dat de steen breed is, de vorm, geschiedenis en wijze van transport. Steengeld kon privé- eigendom zijn en werd in het huis van de eigenaar bewaard, maar kon ook aan de gehele gemeenschap toebehoren en in dat geval werd het in het gemeenschapshuis bewaard en nooit verplaatst, ook niet wanneer het geld van eigenaar wisselde. Het gemeenschappelijke geld werd gebruikt om diensten te betalen zoals het advies van bepaalde specialisten of de bouw van bijvoorbeeld een mannenhuis. Bij gebeurtenissen zoals het overlijden van een hoofdman of de inwijding van een mannenhuis of kano werd ook op grote schaal steengeld uitgewisseld dat bij een volgende gelegenheid, soms enkele jaren later, weer aan de vorige eigenaar teruggegeven werd. Naast het steengeld bestonden ook andere betaalmiddelen zoals kledingmatten en andere matten die bij meer alledaags transacties uitgegeven werden. In de pre- koloniale periode konden in de kano's alleen steengeld met een doorsnede van maximaal acht handen vervoerd worden en zelfs deze stukken waren bijzonder zeldzaam. Dit eerste steengeld was relatief gezien klein totdat Europese schepen de bevoorrading van de stenen overnamen. Waarschijnlijk hebben de stenen tot een inflatie van de waarde geleid. Europeanen en andere westerlingen probeerden vaak de geldmarkt te monopoliseren. Deze situatie duurde voort tot aan de Eerste Wereldoorlog.<BR>

Stenen geld

Volgens de inheemse bevolking van Yap werd het steengeld door de grote navigator Anugumang ontworpen nadat hij de betreffende steensoort had ontdekt in grotten op het kleine Palau- eiland Magaragar. Hij gaf zijn mannen de opdracht om de steen te bewerken. Eerst sneden ze de steen in de vorm van een vis, van een halve maan en uiteindelijk in de vorm van een wiel, die Anuguman wel beviel. Om het vervoer te vergemakkelijken werd het midden doorboord. Op Yap maakte het voorwerp veel indruk en werden expedities opgezet om meer van deze stenen op te halen. Op archeologische opgravingen in Kosrae en Pohnpei zijn vele kleine prehistorische steenschijven aangetroffen. Het huidige steengeld wordt in het zuiden van Yap "fei", en in het noorden "gai" genoemd en zijn ronde tot bijna ronde schijven die in het midden zijn doorboord en gladgeslepen of versierd met gesneden ornamentatie. Bijzondere exemplaren hebben eigen namen, bijvoorbeeld van de steenhouwer die tijdens het werk stierf of van de hoofdman die opdracht gaf tot de expeditie of van de kano waarmee de steen naar Yap getransporteerd is. De stenen met eigennamen werden "rai é ngutscholl" genoemd, de stenen zonder naam "rai é gitsch" en die met Europese schepen waren vervoerd "yugu rai". Deze laatsten stonden in lager aanzien dan de voorgaande. De waarde is afhankelijk van het materiaal (steensoorten van Palau zijn kostbaarder dan die van Yap zelf), van het aantal handen dat de steen breed is, de vorm, geschiedenis en wijze van transport. Steengeld kon privé- eigendom zijn en werd in het huis van de eigenaar bewaard, maar kon ook aan de gehele gemeenschap toebehoren en in dat geval werd het in het gemeenschapshuis bewaard en nooit verplaatst, ook niet wanneer het geld van eigenaar wisselde. Het gemeenschappelijke geld werd gebruikt om diensten te betalen zoals het advies van bepaalde specialisten of de bouw van bijvoorbeeld een mannenhuis. Bij gebeurtenissen zoals het overlijden van een hoofdman of de inwijding van een mannenhuis of kano werd ook op grote schaal steengeld uitgewisseld dat bij een volgende gelegenheid, soms enkele jaren later, weer aan de vorige eigenaar teruggegeven werd. Naast het steengeld bestonden ook andere betaalmiddelen zoals kledingmatten en andere matten die bij meer alledaags transacties uitgegeven werden. In de pre- koloniale periode konden in de kano's alleen steengeld met een doorsnede van maximaal acht handen vervoerd worden en zelfs deze stukken waren bijzonder zeldzaam. Dit eerste steengeld was relatief gezien klein totdat Europese schepen de bevoorrading van de stenen overnamen. Waarschijnlijk hebben de stenen tot een inflatie van de waarde geleid. Europeanen en andere westerlingen probeerden vaak de geldmarkt te monopoliseren. Deze situatie duurde voort tot aan de Eerste Wereldoorlog.<BR>