Halsketting

In Micronesië werd voor het grootste deel materiaal uit de zee en in mindere mate van het land voor lichaamsversieringen gebruikt. De grote variatie aan schelpmateriaal werd ten volle benut. Het overgrote deel van de dagelijks gedragen sieraden, voornamelijk voor het hoofd en de gordel, werd met zeeschelpen versierd. Hierbij werden de schelpjes vaak op het onderliggende vlechtwerk of buigzaam hout genaaid. Het meest tijdrovende werk was het maken van de schelpschijfjes die gesneden, geslepen en doorboord werden om in de sieraden verwerkt te worden. Vaak werden de schijfjes gecombineerd met kokosschijfjes van gelijke grootte waarmee een scherp donker- licht contrast gecreëerd werd. Zwart-witte geometrische patronen komen in veel Micronesische sieraden terug. Veel sieraden mochten alleen door leden van de belangrijkste clans gedragen worden. Bij feesten en dansen was het de gehele gemeenschap toegestaan lichaamsversieringen te dragen. De mannen droegen de meeste en de uitbundigste sieraden. De vrouwen droegen sieraden in het oor en in het dagelijks leven eenvoudige gevlochten hoofdbanden versierd met schelpjes of schijfjes van kokosschaal. Op de laaggelegen eilanden waar weinig natuurlijk materiaal voorhanden was werd eenvoudig vlechtwerk van vergankelijke plantmaterialen hooggewaardeerd.<BR>

Halsketting

In Micronesië werd voor het grootste deel materiaal uit de zee en in mindere mate van het land voor lichaamsversieringen gebruikt. De grote variatie aan schelpmateriaal werd ten volle benut. Het overgrote deel van de dagelijks gedragen sieraden, voornamelijk voor het hoofd en de gordel, werd met zeeschelpen versierd. Hierbij werden de schelpjes vaak op het onderliggende vlechtwerk of buigzaam hout genaaid. Het meest tijdrovende werk was het maken van de schelpschijfjes die gesneden, geslepen en doorboord werden om in de sieraden verwerkt te worden. Vaak werden de schijfjes gecombineerd met kokosschijfjes van gelijke grootte waarmee een scherp donker- licht contrast gecreëerd werd. Zwart-witte geometrische patronen komen in veel Micronesische sieraden terug. Veel sieraden mochten alleen door leden van de belangrijkste clans gedragen worden. Bij feesten en dansen was het de gehele gemeenschap toegestaan lichaamsversieringen te dragen. De mannen droegen de meeste en de uitbundigste sieraden. De vrouwen droegen sieraden in het oor en in het dagelijks leven eenvoudige gevlochten hoofdbanden versierd met schelpjes of schijfjes van kokosschaal. Op de laaggelegen eilanden waar weinig natuurlijk materiaal voorhanden was werd eenvoudig vlechtwerk van vergankelijke plantmaterialen hooggewaardeerd.<BR>