Bedevaartganger

De man, gezeten in kleermakerszit, draagt een geelkatoenen tulband met rode strepen, gewikkeld om een fluwelen kupiah (islamitisch hoofddeksel). De gele toga is versierd met dunne, rode lijnen. Zijn heupdoek is gebatikt in het parang-menangpatroon. Parang betekent mes. De ‘messen’ worden van elkaar gescheiden door aaneengeschakelde ruiten - melinjo genaamd. De melinjo is een boom die eetbare zaden voortbrengt.<BR>De hadji’s zijn geschonken door de dames Raden Ajoe Ario Sosroningrat (echtgenote van de regent van Japara), Van der Palm, De Kock van Leeuwen, Ovink en Immink van de residentie Japara (Java). Raden Ajoe Ario Sosroningrat verzorgde de kleding met de hulp van haar dochters.

Bedevaartganger

De man, gezeten in kleermakerszit, draagt een geelkatoenen tulband met rode strepen, gewikkeld om een fluwelen kupiah (islamitisch hoofddeksel). De gele toga is versierd met dunne, rode lijnen. Zijn heupdoek is gebatikt in het parang-menangpatroon. Parang betekent mes. De ‘messen’ worden van elkaar gescheiden door aaneengeschakelde ruiten - melinjo genaamd. De melinjo is een boom die eetbare zaden voortbrengt.<BR>De hadji’s zijn geschonken door de dames Raden Ajoe Ario Sosroningrat (echtgenote van de regent van Japara), Van der Palm, De Kock van Leeuwen, Ovink en Immink van de residentie Japara (Java). Raden Ajoe Ario Sosroningrat verzorgde de kleding met de hulp van haar dochters.