Deze pijl hoort bij de boog met nummer RMV 1070-67. Een dergelijk wapen werd gebruikt bij de jacht. De pijl heeft een los opzetstuk met punt, terwijl aan de pijl een lijn is vastgemaakt. De punt van de pijl, die diep in een dier kon doordringen, ging verloren, maar de pijl zelf bleef behouden. Hout voor pijlen was schaars, en het maken van een goede pijl vergde nogal wat tijd. Het gebruik van losse opzetstukken maakte het ook mogelijk dat een jager de punt van de pijl kon aanpassen aan het dier dat hij wilde bejagen. Vaak hadden jagers een paar pijlen bij zich, maar meerdere soorten punten.<BR> <BR> Pijl en boog werden op de Aleuten behalve bij de jacht ook en vooral bij het uitvechten van kleinschalige conflicten tussen regionale groepen gebruikt. Grotere landdieren dan de vos komen op de Aleuten niet voor, en vanuit een kajak op zeezoogdieren schieten is erg onhandig omdat je tegelijk ook moet sturen. Alleen indien men in een twee- of driepersoonsboot voer was het mogelijk om een aparte schutter aan boord te hebben. (De boog was volgens de lijst in het serie-archief inderdaad bedoeld voor de zeehondenjacht op een dergelijke manier). In de 18e eeuw koloniseerden Russische handelaren de eilanden. Toen de Russisch-orthodoxe kerk meer invloed op het geestelijk en sociaal leven van de mensen op de Aleuten kreeg, werd aan alle oorlogsvoering een eind gemaakt.<BR>