Het beeld, wat de visgod voorstelt, is van een stuk van een boomstam gemaakt met een puntig bijgesneden uiteinde. De schors is op een aantal plaatsen verwijderd, zodat er een aantal lijnen met daarop driehoeken te zien zijn. Het andere uiteinde is omwonden met vezels en bevat twee uitstekende afgebroken takjes, waarvan de schors op dezelfde manier verwijderd is als op de boomstam. Het is een antropomorf beeld. De takken lijken op deze manier op opgeheven armen. Het met vezelfs omwonden uiteinde lijkt op een hoofd.<BR> Het beeld is vergelijkbaar met een gebruik bij de Oroch. Bij de Oroch werden magische stokken of heilige bomen, voorzien van houtspaanders (houtkrullen), met een scherpe punt, in de grond gestoken langs het pad dat een dier moest gaan en bij de plaats waar het dier ritueel gedood werd. Mogelijk werd dit door een sjamaan gedaan. <BR> Zogenaamde heilige bomen, of misschien beter rituele bomen, bevonden zich gewoon (op ware grootte) in de natuur. Nivch en Oroch sneden er de zijtakken af en sneden er houtkrullen van en aan de twijgen en dunne takken. Men koos hiervoor jonge boompjes uit, die op een goede plaats stonden, d.w.z. op weg naar of rond de heilige plaats waar een dier ritueel zou worden gedood. De "heilige boom" (of de kosmische boom) vormde de verbinding tussen de aarde, de onderwereld (wortels) en de bovenwereld (kruin), of bovennatuurlijke wereld van geesten en goden.<BR> Met een vis is dit natuurlijk wat lastig, omdat die niet op het land voorkomt. Hoe dit beeld precies is gebruikt, is onbekend.<BR>